Fontaines D.C. – Dogrel

Fontaines D.C. – Dogrel (Partisan Records/PIAS)

We waren er wel weer even aan toe, zo’n echt lekkere postpunkplaat, barstensvol goeie liedjes. En kijk nu eens: daar hebben we Fontaines D.C. uit Dublin. Jonge gasten, hongerig en het rockhart op de juiste plaats.

Dogrel is een plaat waarop we een staalkaart uit de Britse pophistorie voorbij horen komen. Wie de oren goed spitst hoort dat. We herkennen bands die nog altijd muziek maken, zoals Maxïmo Park, maar ook The Clash. Superauthentiek klinkt Fontaines D.C. niet en toch hebben ze een eigen geluid. Dat staat zeker niet los van de stem van Grian Chatten, met zijn heerlijk onvervalste Ierse tongval. “I think there’s an authenticity to what we do, and people have been starved of authenticity for too long“, loopt Chatten over van het zelfvertrouwen. Hij gelooft in het product dat hij met zijn bandmaten maakt en dat hoor je terug.

We hebben hier te maken met een verdomd zelfverzekerd vijftal, dat elf liedjes op plaat heeft gezet die er bijna allemaal toe doen. Met teksten bovendien vaak uit het hart gegrepen. Vaak net zo pittig en rauw als de muziek. Neem die heerlijk aanstekelijke opener Big:

Dublin in the rain is mine
A pregnant city with a catholic mind
Starch those sheets for the birdhouse jail
All mescalined when the past is stale, pale
Dublin in the rain is mine
A pregnant city with a catholic mind
Slick little boy with a mind of Ritz
Pulling that thread for the next big fix, this  

My childhood was small
My childhood was small
But I’m gonna be big
But I’m gonna be big

Zelfvertrouwen, bravoure, je kunt het ze niet ontzeggen. Jeugdjaren in de anonimiteit, het stelde niet veel voor, maar nu worden ze groot, zeggen ze. Fontaines D.C. heeft met Dogrel een van de prettigste gitaaralbums gemaakt die we de laatste tijd gehoord hebben. Een plaat die uitpuilt van de onbeschroomdheid, zonder ook maar een moment arrogant te klinken. Dat is knap. Ierland is een prachtband rijker. Omarm ze. Net zoals ze jou doen. Pieter Visscher

 

 

 

 

 

Album Review: WEYES BLOOD

Weyes Blood is het alter ego van Amerikaanse singer-songwriter Natalie Mering en Titanic Risisng is alweer haar derde album. Waar het debuut van Weyes Blood nog was te typeren als patorale folk met een twist, schoof Natalie Mering op haar tweede plaat op richting een wat toegankelijker en grootster geluid.

Het is een lijn die wordt doorgetrokken op Titanic Rising dat opvallend toegankelijke en ook opvallend rijk georkestreerde popliedjes laat horen. Het nog net wat vollere geluid past uitstekend bij de uitbundige vocalen van Natalie, die niet bang is om op het randje van kunst en kitsch te bewegen., maar altijd aan de goede kant van de streep blijft met overtuigende zang. Titanic Rising is honingzoet, maar luister net wat beter en je hoort dat Weyes Blood ook altijd goed is voor een eigenwijze twist. Het klinkt misschien even als een tijdloze popplaat, maar ondertussen klinkt alles toch net anders en meestal wonderschoon. (Erwin Zijleman /Mania)

Meer van dit soort reviews lezen?
Check Mania Magazine 

Damien Jurado – In The Shape Of A Storm

damien juradoDamien Jurado – In The Shape Of A Storm (Loose Music)

Wanneer je het hebt over de buitencategorie singer-songwriters neem je al snel de naam van Damien Jurado in de mond. Eind jaren 60, begin jaren 70 van de vorige eeuw was dat het geval bij Nick Drake, al kreeg hij postuum pas de pure waardering die hij verdiende.

Jurado heeft er nooit een geheim van gemaakt Drake als grote inspiratiebron te zien en hij coverde de Brit ook al geregeld. Op In The Shape Of A Storm, een plaat die binnen een jaar na het prachtige The Horizon Just Laughed is verschenen, horen we een Jurado die nog niet eerder zo dicht tegen Drake aanschuurde.

De liedjes, tien in getal, zijn bijzonder klein gehouden. Jurado knuffelt zijn akoestische gitaar als het ware en blijft ingetogener dan ooit. Het levert betoverend fraaie muziek op en dat stempel krijgt Jurado natuurlijk niet voor de eerste keer.

In The Shape Of A Storm is het veertiende album van de ingetogen en toch immer drukke man uit Seattle, die vanaf 1995 ook nog de nodige ep’s de wereld in slingerde. Het is een album dat in twee uur werd opgenomen en dat steeds meer glans krijgt naarmate je de songs vaker hoort. Puurder wordt het niet. Pieter Visscher

Devin Townsend – Empath

Devin Townend is een muzikant met vele gezichten. Van snoeiharde metal (Strapping Young Lad) tot progressieve rock en heavy metal in uiteenlopende gedaantes en van new age, pop, jazz, musical tot zelfs countrygetint werk onder de noemer Casualties of Cool; in het muzikale universum van Townsend kan het allemaal. De man is bovendien gezegend met een uitzonderlijk zangtalent en ook mogen zijn kwaliteiten als eigentijdse Wall of Sound-producer niet onvermeld blijven.

Empath is na lange tijd (Ziltoid The Omniscient uit 2007) weer eens een album dat als Devin Townsend, dus zonder de toevoeging Project, wordt uitgebracht. Desalniettemin is het muzikaal geen stijlbreuk met zijn Devin Townsend Project-werk van de afgelopen jaren; zijn werk is inmiddels ondanks verschillende bezettingen en uiteenlopende stilistische invalshoeken meteen herkenbaar als zijnde een product van zijn hand. Met Empath worden we zodoende getrakteerd op een bonte muzikale cocktail van stijlen, sfeer, dynamiek en arrangementen die met elke luisterbeurt meer smaken prijsgeeft. (Dries Klontje/ Mania)

Meer reviews lezen: lees Mania Magazine

 

Shana Cleveland – Night Of The Worm Moon

Shana Cleveland – Night Of The Worm Moon (Hardly Art/Konkurrent)

Shana Cleveland is een Amerikaanse. Opgegroeid in Michigan en tegenwoordig residerend in Seattle. Daar nam ze dit tweede soloalbum op. Het eerste verscheen in 2015, toen Cleveland nog opereerde als Shana Cleveland and the Sandcastles. Die zandkastelen zijn inmiddels verdwenen, muzikaal is er niet gek veel veranderd.

In zoverre: de akoestische gitaar eist nog altijd de hoofdrol op en Cleveland is ook niet opeens druk aan het experimenteren geslagen. Wel zit ze in een betere songschrijffase en dat gegeven maakt van Night Of The Worm Moon een fraaier product dan de voorganger.

Muzikaal is het sowieso ver verwijderd van de muziek die Cleveland maakt met het vrouwelijke surfrockkwartet La Luz. Je hebt het gevoel dat ze muzikaal nu pas echt met de billen bloot gaat en dat levert meteen enkele pareltjes op. Om heerlijk bij weg te zwijmelen. Koptelefoonmuziek voor de avonduren, met de lichten gedimd. Glas wijn binnen handbereik.

Clevelands proza helpt daar ook bij. Neem het muzikaal beeldschone I’ll Never Know. Je zou zweren dat het autobiografisch is. ‘Inside a memory, and always in the van. Rolling around the universe, stuck in my head. I’m getting weirder everyday, harder to hold. You’re gonna have to find some new friends of your own.’

Twee van de tien nummers (Castle Milk en Solar Creep) zijn instrumentaal en dan mis je Clevelands stem echt. Een gouden strotje, om smoorverliefd op te worden. Pieter Visscher

Ibibio Sound Machine – Doko Mien

ibibio sound machineIbibio Sound Machine – Doko Mien (Merge Records/Konkurrent)

Schijnt het zonnetje niet dan haal je ‘m wel achter de wolken vandaan met Ibibio Sound Machine, de elektronische funkband uit Londen. Doko Mien is het derde album van de formatie die zijn oorsprong vindt in 2010 en in 2014 de wereld verblijdde met een titelloos debuut.

Music is a universal language, but spoken language can help you think about what makes you emotional, what makes you feel certain feelings, what you want to see in the world”, vertelt Eno Williams, frontvrouw van Ibibio Sound Machine. Wanneer je zo’n uitspraak een paar keer leest, begrijp je precies wat ze bedoelt.

Wanneer Williams zowel Engels als Ibibio – de Nigeriaanse taal waarvan de naam van haar band is afgeleid – gebruikt op Doko Mien, produceert de groep op een of andere manier een geheel eigen taal, net zo troostend als betoverend. Er is nogal wat ruimte voor interpretatie bovendien. Ibibio Sound Machine slecht virtuele muren tussen culturen, natuur en technologie, tussen vreugde en pijn, tussen traditie en toekomst.

Muzikaal hebben we te maken met een dampende mix van synthesizers, diverse blaasinstrumenten en veel percussie. Opzwepende afrobeat, aangestuurd door de vocale kunsten van Williams, die net zo ontroerend (Kuka en Nyak Mien) als heldhaftig (Just Go Forward (Ka I So) weet te klinken.

Vooralsnog is de band niet in Nederland te bewonderen, maar rond Lowlands staan nog geen optredens gepland. Kan zomaar eens een knallend feest worden in, pakweg, de Bravo. We sluiten niets uit. Pieter Visscher

Fontaines D.C. – Dogrel

In de voetsporen van IDLES en Shame is Fontaines D.C. een van de meest sensationele bands van het moment. Het vijftal uit Dublin wist in korte rijd een live-reputatie op te bouwen tot ver buiten de stadsgrenzen. Ze maakten grote indruk op Eurosonic en SXSW. Hun postpunk is net zo vaak poëtisch als onstuimig. Zanger Grian Chatten heeft het perfecte gruizige stemgeluid voor zijn cynische teksten, over teleurstelling en uitzichtloosheid in Ierland anno nu.
Het nummer Too Real is de hit, maar eigenlijk staat geen zwakke broeder op dit debuutalbum.

De albumtitel Dogrel verklaard door gitarist Conor Curley: ‘Het is een woord voor oud-Ierse poëzie die veel herhaling gebruikt en humor niet schuwt, dat meestal wordt geassocieerd met de working class. En het wordt ook gebruikt om iets slechts te beschrijven: a piece of dogrel. Dat beschrijft onze muziek perfect.’ Fontaines D.C. neem zichzelf dus niet al te serieus. Deze band gaat 2019 nog kleur geven. (Erik Damen/Mania)

Meer van dit soort reviews lezen: check Mania Magazine

Weyes Blood – Titanic Rising

Weyes Blood – Titanic Rising (SubPop/Konkurrent)

Onder haar pseudoniem Weyes Blood timmert Natalie Mering al een aantal jaren aan de weg, zonder door te breken naar een groter publiek. Daar kan met haar laatste worp Titanic Rising weleens rap verandering in gaan komen. De Californische verkeert in grootse vorm.

Ze maakt nog altijd eigenzinnige muziek zonder een knieval voor de commercie, maar het klinkt allemaal wat ambitieuzer dan voorheen. Laten we het zo maar noemen. De heerlijke gedateerdheid die de plaat kenmerkt maakt ‘m juist zo aantrekkelijk. Want horen we bijvoorbeeld niet om de haverklap vlagen van The Carpenters voorbij komen? Som zelfs meer dan vlagen.

Doordat Mering de kans kreeg met meer muzikanten te werken, zoals violisten, en er meer tijd was om te experimenteren en grote ideeën vast te leggen klinkt Titanic Rising groots en meeslepend. Niet alleen de jaren 70 galmen na, ook de jaren 80 zijn terug te horen. Er is geëxperimenteerd, door twee bandopnemers aan elkaar te verbinden. Dat leidde tot een intense feedback die overal verstopt is op de plaat. De spookachtige sfeer is daar een gevolg van.

Natalie Mering heeft de neiging bepaalde vormen van nostalgie te koesteren, zonder dat ze het doel heeft ideeën uit de jaren 70 te kapen. Zonder dat ze zich vast wil klampen aan ‘die goede ouwe tijd’ doet ze dat wel enigszins en dat levert dan zo’n prachtig album op. Pieter Visscher

LIVEDATA 29/04 Paradiso, Amsterdam 04/05 Botanique, Brussel

Circa Waves – What’s It Like Over There?

Circa Waves – What It’s Like Over There?

Het uit Liverpool afkomstige Circa Waves brengt met What’s It Like Over There? hun derde album uit. De band brak door toen ze in 2014 in het voorprogramma van The Libertines toerden en met hun debuut Young Chasers de aandacht op zich wisten te vestigen. Vele optredens – o.a. op festivals van naam zoals Glastonbury en Reading – maakten van de band een hecht gezelschap en dat was goed te horen op de opvolger Different Creatures. Die plaat schopte het tot in de Britse top 10 en van het nieuwe album wordt dan ook veel verwacht.

What’s It Like Over There? werd vlot opgenomen onder productionele leiding van Alan Moulder (Foals, the Killers). Ook hier grossiert de band pakkende popsongs waarin deze keer ook invloeden komen uit de r&b. En als je uit Liverpool komt is die ene band nooit ver weg… Luister maar eens naar het nummer Times Won’t Change Me en je hoort de invloed van de Fab Four. Alles staat in dienst van het liedje en dat maakt ook deze plaat weer een fijn vervolg. (Bert Dijkman/Mania)

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio – editie april 2019

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de beste albums van het moment samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.

de Volkskrant

De kroniek van de nieuwe muziek

Lees hieronder alle cd-reviews van de albums van het moment volgens de redactie van de Volkskrant.

Paulusma – Somehow, Anyhow (Excelsior Recordings/V2)

Het vijfde album van Jelle Paulusma, ooit naast Anne Soldaat frontman in de geweldige gitaarband Daryll-Ann, liet weliswaar even op zich wachten, maar Somehow Anyhow is zijn beste plaat tot nu toe.

Tekst Gijsbert Kamer, 21 maart 2019

Het grootste verschil met zijn vorige plaat Pulling Weeds (2014) is dat ­Paulusma alles niet meer zo laat verwaaien. Er zit veel meer scherpte in de liedjes, terwijl eerdere platen wel eens te schetsmatig bleven. lees meer

Strand of Oaks – Eraserland (Dead Oceans/Konkurrent)
Het kan toeval zijn, maar sinds Timothy Showalter (van origine uit de staat Indiana) in Philadelphia is neergestreken, is zijn Strand of Oaks een beetje verschoven richting The War On Drugs, ook uit ‘Philly’.

Tekst Menno Pot, 28 maart 2019

Op de albums Heal (2014) en Hard Love (2017) viel Strand of Oaks nog als ‘indierock’ te kwalificeren, maar op Eraserland vouwt het geluid zich open en trekt Showalter het land in, nadenkend over het leven, met de muzikale spanwijdte van Springsteen en Petty, met galm, folkinvloed en toetsenbatterij. lees meer

Andrew Bird – My Finest Work Yet (Loma Vista/Universal)
‘Mijn beste werk tot dusver’, het is me nogal een albumtitel voor een man die sinds 1996 vijftien studioalbums maakte, waaronder veel prachtige: rijk gearrangeerde kamerpop à la Sufjan Stevens, rudimentaire kampvuurfolk, instrumentale avant-garde met staccato viool. Bij de Amerikaan Andrew Bird (45) kan het veel kanten op.

Tekst Menno Pot, 28

My Finest Work Yet mag dan niet zijn allerbeste werk bevatten, het is wel een prachtig en vooral ook verrassend album. Zo poppy en melodieus hebben we Bird lang niet gehoord. Hoor hem zingen (en fluiten) als een nachtegaal in Sisyphus en Bloodless. Hij gooit op deze plaat de vocale registers open als nooit tevoren, bij vlagen haast als Father John Misty. lees meer

Nilüfer Yanya – Miss Universe (ATO Records/PIAS)
Muziek maken doet ze al sinds haar 6de en haar doorbraak wordt al een jaar of twee aangekondigd, maar over één drempel kwam het half-Turkse talent Nilüfer Yanya (23) uit Londen maar moeizaam heen: ze was onzeker over haar stem en durfde amper haar liedjes te zingen.

Tekst Menno Pot, 28 maart 2019

Haar debuut Miss Universe laat horen hoe mal die twijfel was. Haar stem is een wapen: veelzijdig en sterk in verschillende registers, vrouwelijk maar met jongensachtige branie. Juist die stem is de rode draad op haar bruisende, urban popalbum. lees meer

Weval – The Weight (Kompakt/NEWS)
De debuutplaat van Weval in 2016 was prachtig, zeker. Maar de opvolger richt zich nog net wat hoger op in de wondere wereld van de elektronische muziek.

Tekst Robert van Gijssel, 7 maart 2019

 

Flume – Hi This Is Flume (Future Classic)
Een bewonderenswaardige keuze, van Flume. De Australische producer werd in 2016 een grote danceman, met het redelijk toegankelijke album Skin. Hij won er een Grammy mee en werd gevraagd als (gast)producer voor bijvoorbeeld rapper Vince Staples. Maar op Hi This Is Flume laat hij het popgevoel varen. Vanaf de track Ecdysis horen we metalige en wreed tegen elkaar in zagende synthesizers en software, naast slepende en overstuurde hiphopbeats. Je hebt soms het idee recht in het moederbord van Flume’s computers te kijken: iets menselijks is hem vreemd.

Tekst Robert van Gijssel, 28 maart 2019

Toch komen er parels van elektronische muziekkunst voorbij. Dreamtime is een verzameling bliependje en klikkende soundbites, die samen toch een wonderlijk melodieus geheel vormen. En bij de remix van Is it Cold in the Water (van zangeres en producer Sophie) bevriest de tijd. De tingelende en ijzige synthesizergeluidjes klateren uit de speakers als een waterval van stalen splinters, en daarna schudden verknipte en zenuwslopende ritmes ons ruw door elkaar. Die mengeling van sprookjesachtig mooie elektronica, brute beats en driftig machinaal experiment maakt Flume bijzonder en het aandachtig beluisteren waard.

La Dispute – Panorama (Epitaph)
De spanning in de harde muziek is de laatste jaren te vinden in de hardcore, en dan vooral de zich artistiek doorontwikkelende hardcore. Er is leven na al te brute schreeuwerigheid en emotionele woede-uitbarstingen, en dat realiseren bands als het Belgische Amenra en (bijvoorbeeld) de Amerikaanse herrieband Daughters zich bijzonder goed.

Tekst Robert van Gijssel, 21 maart 2019

La Dispute uit Grand Rapids in de Amerikaanse staat Michigan, heeft al lang geleden koers gezet naar een  uniek ‘post-hardcore’-geluid. Op de laatste plaat Panorama klinkt de zeer bedachtzame gitaarmuziek van de band prachtig, zeker als zanger Jordan Dreyer er zijn hartverscheurende teksten tegenaan gooit. lees meer

The Fire Harvest – Open Water (Snowstar/Subroutine)
Een indringende, melancholieke indierockstem als die van Will Oldham (Bonnie ‘Prince’ Billy) of Jason Molina (Songs:Ohia) hebben we in Nederland ook. Hij behoort toe aan Gerben Houwer en is te horen op de platen van diens Utrechtse band The Fire Harvest, die al meer dan vijftien jaar bestaat, maar met albums opnemen geen haast heeft.

Tekst Menno Pot, 7 maart 2019

Open Water is het derde. De acht nummers bevinden zich ergens tussen country noir en de desolate geluidsbouwwerken van de post-rock. Ze dringen weer iets dieper binnen dan die op de ook al zo sterke voorganger Singing, Dancing, Drinking (2016).

Een song als Not Going To Work laat horen wat The Fire Harvest zo goed maakt: slepende, emotioneel geladen rock, live opgenomen, tegelijk losjes en hecht klinkend, een beetje als Crazy Horse, met stilte tussen de de gruizige gitaarakkoorden. Nicolai Adolfs rolt er een prachtige, struikelende Neil Young-solo over uit.

The Great Dying – Bloody Noses & Roses (Dial Back Sound/Sonic Rendezvous)
Wat heeft Will Griffith de avond voordat hij de studio in ging gedaan? Zijn stem klinkt als die van een lid van Vindicat na een introductieweek: schor en rafelig. Maar wat kan hij er op Bloody Noses & Roses lekker knauwende americana mee zingen.

Tekst Robert van Gijssel, 7 maart 2019

Het album schiet een beetje heen en weer tussen punk en country. Op Lips and Pistols en 100 MPH klinkt The Great Dying als The Replacements: de gitaren zijn hard en de knoppen van de versterkers staan naar rechts. Maar The Great Dying verrast vooral in de met tragiek omgeven ballads. In Magnolia en Nobody Arrivesis de raspende stem van Griffith doeltreffend als hij zingt over zijn gebroken hart: ‘You fall strongly in love with another lie.’ Een treurlied met rauwe randjes. En daarvan zijn er meer te vinden op dit mooie rootsrockplaatje.

Steve Earle – Guy (New West/PIAS)

Tekst Robert van Gijssel, 28 maart 2019

Drie jaar geleden overleed Clark, en op het album Guy eert Earle zijn mentor en inspiratiebron – zoals hij tien jaar eerder al een plaat opnam met Van Zandt-covers. Earle doet een niet al te eigenwijze greep uit het repertoire. Klassieke songs als The Last Gunfighter Ballad en L.A. Freeway blijven keurig intact, want Earle zoekt in zijn vertolking de nabijheid van de meester. Earle en zijn band The Dukes begeleiden het werk van Clark met respect, en dus violen en pedalsteelgitaren. lees meer

 

Luister hier naar de vorige editie!
Volkskrant Radio – maart 2019

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!