Album van de Dag: Black Grape: Pop Voodoo

black grapeBlack Grape: Pop Voodoo (Universal)

Black Grape was het eerste project dat Shaun Ryder oppakte na het uiteenvallen van Happy Mondays in 1992. Samen met Bez zocht hij hulp bij de Ruthless Rap Assassins en maakten ze een succesvolle plaat onder de fraaie titel It’s Great When You’re Straight…Yeah. Opvolger Stupid Stupid Stupid was minder succesvol en rapper Kermit werd ernstig ziek. In 1998 ontsloeg Ryder iedereen en Happy Mondays kwamen weer bij elkaar. Dat duurde af en aan tot 2010 en in dat jaar kwamen Ryder en Kermit ook weer kortstondig bij elkaar. Die samenwerking beviel en voor het EK 2016 maakten ze onder de naam 4 Lions de single We Are England. “We need Manc street sass, intelligence and wit more than ever right now”, kondigde de band aan en tekstueel is Ryder weer scherp als vanouds. Welkome comeback dus. Tekst Mania | Bert Dijkman

Pinguin Radio presenteert podcast Volkskrant Radio – augustus 2017

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin we u bij de hand nemen langs de beste albums en de beste tracks van het moment.

de Volkskrant

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!

===> Lees hier alle recencies van:

Oté Maloya – Various Artist, Tyler the Creator – Flower Boy, Bedouine – Bedouine, Jay-Z – 4:44, A Blaze of Feather – A Blaze of Feather, Shabazz Palaces – Quazarz: Born On A Gangster Star, Decapitated – Anticult, Broken Social Scene – Hug Of Thunder en Calvin Harris – Funk Wav Bounces Vol. 1.

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio – editie augustus 2017

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de beste albums van het moment samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.

de Volkskrant

De kroniek van de nieuwe muziek

Door Robert van Gijssel

De hiphop zit natuurlijk nooit om tekst en inhoud verlegen. De blik is ruim, de maatschappijkritiek vaak groot. Maar de afgelopen weken lijkt de hiphop vooral een transportmiddel voor persoonlijke onthullingen, rechtstreeks uit het privédomein. Hiphop als bekentenistherapie – het moet kunnen.

Op zijn dertiende studioplaat 4:44 bijvoorbeeld gunt Jay Z zijn miljoenenpubliek een kijkje in de (vele) huiskamers van de familie Carter. Jay Z rapt over zijn ontrouw aan Beyoncé, en hoeveel spijt hij daar van heeft. Hij spreekt over de pasgeboren tweeling, maar ook over eerdere miskramen van zijn vrouw. Het is allemaal pijnlijk eerlijk, maar daardoor toch ook behoorlijk spannend. We luisteren al een paar weken met rode oortjes naar de titelsong 4:44, en teksten als: ‘Look, I apologize, often womanize. Took for my child to be born, see through a woman’s eyes.’ En in Smile rapt Jay Z: ‘Momma had four kids but she’s a lesbian.’ Zeer interessant allemaal, voor wie het familieleven van de Amerikaanse entertainmentadel graag een beetje bijhoudt.

En dan komt de Nederlandse hiphopadel ook nog over de brug met privacygevoelige info. Op hun plaat IZM klappen Rico & Sticks van voorheen Opgezwolle uit de school met zoals altijd steengoede hiphoptracks, geproduceerd door stadsgenoot Kubus, en allerhande bekentenissen over drugs- en drankgebruik en het lichamelijk welbevinden van huisgenoten. Op de heerlijke track Uggelie laat Sticks weten dat hij tegenwoordig verstandig snoept, en dus niet meer aan de middelen zit. Daar zijn we blij mee. ‘Sommige dingen gaan goed, sommige lukken niet’, rapt Sticks. ‘Da’s the good, the bad, the uggelie.’ Geniaal. IZM is boven alles een optimistische plaat, met uit vele muzikale genres citerende en zéér trefzekere beats van Kubus.

Volgende coming-out, en wel die van Tyler, The Creator. De oprichter van het recalcitrante Amerikaanse hiphopcollectief Odd Future verrast met de eerlijke en gevoelige plaat Flower Boy, die eigenlijk Scum Fuck Flower Boy had moeten heten, maar daar had het platenlabel niet zo’n zin in. Het album staat vol liederlijk melodieuze tracks, en zelfs echte liedjes met wiebelende droomgitaren. In Garden Shed lijkt Tyler, The Creator uit de kast te komen. Een prachtig nummer, vervuld van literair hoogwaardig schrijfwerk.

Andere toppers: Een Afrikaans compilatiealbum als een ontploffende vrolijkheidsbom. Op Oté Maloya wordt de wonderlijke mengmuziek van de maloya uit de doeken gedaan, een stroming die in de jaren zeventig ontstond op het Franse eiland La Réunion. We bespeuren psychedelische funk, Afrikaanse ritmes, Indiase percussie en Franse chansons. En het klinkt allemaal ongelooflijk hip en hedendaags. Horen is geloven.

Lees hieronder alle cd-reviews van de albums van het moment volgens de redactie van de Volkskrant.

Oté MaloyaOté Maloya (Strut / Rush Hour)
Het Franse eiland La Réunion is een nogal afgelegen plek, midden in de Indische Oceaan, een kilometer of zeshonderd ten oosten van Madagaskar en een enorm eind onder India en Sri Lanka. Toch spoelden er midden jaren zeventig een aantal fijne muziekstromingen aan, die door de Réunianen werden samengekneed tot de popstijl maloya.

Door: Robert van Gijssel 4 augustus 2017

Het genre werd door de Franse eilandbestuurders zelfs enige tijd in de ban gedaan wegens de vaak politieke inhoud. Iets wat de populariteit van de maloya natuurlijk veel goed deed. Hoe weergaloos die mix van elektrische funk, Afrikaanse en Indiase percussie en westerse pop nog altijd klinkt, blijkt op de verbluffend mooie verzamelaar Oté Maloya op het liefhebberslabel Strut. De plaat was al een paar weken uit maar is nu, ook dankzij de medewerking van de grote streamingplatforms, volop beschikbaar.

De compilatie is samengesteld door Réuniaanse cultuurkenners en dat is te merken. De meest fantastische liedjes komen voorbij en je valt als onbevangen luisteraar van de ene verbazing in de andere. De percussie, op Afrikaans en Indiaas slagwerk, is hypertransparant en lichtvoetig en wordt al net zo subtiel aan elkaar gebreid door droog plukkende basloopjes en funky keyboards.
De ritmes wandelen langs Zuid-Amerika en Afrika en pikken onderweg doodleuk wat psychedelische folk en rock mee. Maar het indrukwekkendst zijn de vocalen, van bijvoorbeeld de zangeresssen Michou en Françoise Guimbert, die typisch Afrikaanse vraag-en-antwoordspelletjes knopen aan sexy zuchtzang uit de Franse chansonkunst.

Bij het topnummer Maloya Ton Tisane van Michou moet je jezelf echt even knijpen. Een scherp tokkelend gitaartje naast een fijnzinnig tegenritme van maracas en trommels, én een betoverend melodieus poprefreintje laten dit nummer van een jaar of veertig oud in ons muziektijdperk belachelijk hip klinken.

Die frisheid van de maloya lacht je op alle negentien tracks toe, van het catchy funkliedje P’tit Femme Mon Gâté van de Comoran Group tot het voodoochanson Toe Meme Maloya van zangeres Vivi. Een onweerstaanbare compilatieplaat, die iedereen zichzelf zou moeten gunnen.

Tyler, the CreatorTyler the Creator – Flower Boy (Columbia/Sony)
Tyler, The Creator kondigde zijn vierde soloalbum aan als Scum Fuck Flower Boy. Zijn label stak daar een stokje voor, maar het was wel een mooie typering van Tyler, stuk ellende en lief joch, irritant en ontwapenend tegelijk.

Door: Menno Pot 28 juli 2017

Het is de beste plaat van de rapper uit Los Angeles tot nu toe. Zijn rapcrew Odd Future werd nooit zo groot of goed als gehoopt, zijn soloplaten waren grillig, maar op Flower Boy heeft hij aan de melodieën gewerkt. De tracks zijn vaak heuse liedjes, zoals Boredom of Glitter, over twijfel, angst en de zoektocht naar liefde. Boos beukwerk ontbreekt gelukkig niet, maar zelfs Who Dat Boy is met ambachtelijke beheersing gemaakt.

Voor het eerst houdt Tyler een plaat lang de aandacht vast en we zijn er ook nog eens getuige van dat de homofobe schreeuwer van weleer zelf uit de kast komt, of liever, uit de Garden Shed.

Het ongeleide projectiel meldt zich plotseling in de kwalitatieve frontlijn van 2017, net achter Kendrick Lamar en Vince Staples. Mooi.

BedouineBedouine – Bedouine (Spacebomb/Domino)
We mogen het titelloze debuut van zangeres Azniv Korkejian alias Bedouine een klassieke plaat van het Spacebomb-label noemen. Het muzikantencollectief en platenlabel uit Richmond, Virginia, tekende voor een aantal tijdloze countrysoul- en americanaplaten, van Matthew E. White tot Natalie Prass, en Bedouine is opnieuw een voluptueus gearrangeerde en niet aan popmodegrillen onderhavige rootsplaat.

Door: Robert van Gijssel 28 juli 2017

De liedjes van de Syrisch-Armeense Korkejian, die als kind met haar ouders naar de Verenigde Staten emigreerde, zijn klein, puur en gevoelig, maar worden door de blazers en strijkers van het studio-orkest Spacebomb uitgevouwen tot epische folkballades.

Korkejian schrijft poëtische volzinnen, in bijvoorbeeld het toplied Solitary Daughter. ‘I’m not an island, I’m a body of water’, zingt ze met een zuchtende folkstem die lijkt geboren uit een huwelijk tussen Bobbie Gentry en Nick Drake. Het lied klinkt als een studie in mindfulness, maar krijgt na het zalig melodieuze refrein toch ook een universeel emancipatoir karakter: ‘I don’t want your pity, concern, or your scorn. I’m calm by my lonesome, I feel right at home.’

De eenzaam tokkelende gitaar wordt steeds rijker begeleid, door subtiel brommend koper, boterzachte violen en prachtige koorzang. En in Summer Cold lijkt Bedouine het liedwerk van Leonard Cohen te verpakken in golvende oosterse strijkorkesten. De liedjes van de in Aleppo geboren zangeres zijn bescheiden en onnadrukkelijk, maar krijgen dankzij de weelderige arrangementen en orkestraties van Spacebomb een zekere eeuwigheidswaarde. Daarmee is Bedouine een van de mooiste folkplaten van de afgelopen jaren.

Liefhebbers van Bedouine luisteren uiteraard naar Pinguin Pluche.

Jay-ZJay-Z – 4:44 (Roc Nation)
Wie zijn muziek weer exclusief en een beetje mysterieus wil maken, moet schaarste creëren. 4:44, het dertiende studioalbum van Jay-Z (47), is sinds een week te streamen, maar uitsluitend via Jay-Z’s eigen Tidal. De concurrenten staan nog buitenspel. Vandaag verschijnt de cd.

Door: Menno Pot 6 juli 2017

Het album is een verademing. De sound wordt bepaald door slechts één producer (No ID), de plaat is aangenaam kort (36 minuten) en lijkt door Jay-Z uit de losse pols gemaakt: hiphop van een gelouterde meester die niet meer zo nodig haantje de voorste hoeft te zijn.
Zijn raps blijven intrigeren. In Smile horen we de stem van zijn moeder, Gloria Carter, maar ook een opmerkelijke mededeling van haar zoon: ‘Momma had four kids but she’s a lesbian.’

Het pikantst zijn de titeltrack en Family Feud, met cryptisch commentaar op zijn vermeende huwelijksproblemen met Beyoncé. Op haar album Lemonade (2016) leek zij te verwijzen naar overspel. Jay-Z rapt wat schuldbewuste regels, maar suggereert ook plagerig dat ‘Bey en Jay’ gewoon een lucratieve soap opvoeren: ‘We merrily eating off these streams’, oftewel ‘we eten er goed van’.

4:44 is wel een wat gedempte Jay Z-plaat, waarop zijn ooit zo machtige flow wat roestig is geworden, als de tred van een voetballer zonder wedstrijdritme. Het stoort zelden. Integendeel.
‘Wow. Master Teacher’, jubelde Kendrick Lamar op Twitter, terwijl Jay-Z er hier juist vrede mee lijkt te hebben dat jongelingen als Lamar de fakkel hebben overgenomen. Dat is niet de zwakte van 4:44, maar juist de charme.

A Blaze of FeatherA Blaze of Feather – A Blaze of Feather (Partisan/PIAS)
Tijdens zijn eigen concerten wil de Engelsman Ben Howard, muzikaal ambitieus singer-songwriter, nog weleens een chagrijnige gastheer zijn, maar in de nieuwe band A Blaze of Feather is hij ‘gewoon’ gitarist.

Door: Menno Pot 7 juli 2017

De frontman is hier Mickey Smith, die normaal gesproken in Ben Howards begeleidingsband speelt.
Het titelloze debuut van het mysterieuze zestal bevat prachtige, sfeervolle indiefolk. Weids en transparant zijn de dertien stukken, melancholiek getoonzet, maar nooit zwaar op de maag. Filmische songs als Six Years en Dust in the Wind zullen liefhebbers van The War On Drugs aanspreken, Requiem heeft wat Sigur Rós-achtigs, al wordt het nooit zo ijl en vloeibaar als bij de IJslanders: bij A Blaze of Feather wint uitendelijk het liedje.

En Ben Howard? Die eist alsnog de aandacht op, want zijn secure, sprankelende gitaarspel is prachtig, zeker wanneer het elegant danst met een huilend viooltje, in Soft Days.
Het doet uitkijken naar het optreden van A Blaze of Feather op Lowlands, in augustus.

Shabazz PalacesShabazz Palaces – Quazarz: Born On A Gangster Star (Sub Pop/Konkurrent)
De meest duistere, mysterieuze en genre-overschrijdende hiphop wordt al een jaar of acht gemaakt door Shabazz Palaces uit Seattle. Een duo gevormd door rapper Ishmael Butler en producer-beatmaker Tendai Maraire. Waar hiphop het vaak moet hebben van momentjes van explosie of euforie, laat Shabazz Palaces de muziek liever imploderen.

Door: Gijsbert Kamer 14 juli 2017

Butler, die meer dan een kwarteeuw geleden furore maakte met het lieflijker klinkende soulvolle Digable Planets, rapt met een donkere monotone cadans met veel elektronische vervorming in zijn stem. De beats en de muzikale arrangementen staan ook op deze twee albums volstrekt op zichzelf. De platen zijn thematisch verbonden en verschijnen vandaag tegelijkertijd. Het geluid is donker, vaak bijna sinister, maar het duo laat zich ook van een wat luchtiger kant horen.

Shine a Light kent een zwoel jarenzeventigsoulgeluid en Moon Whip Quäz lijkt een pastiche op de wat meer popachtige nummers uit de Kraftwerkcatalogus. Die nummers komen van het in zijn geheel wat lichtvoetiger album Quazarz: Born on a Gangster Star. Op beide albums staat het typetje Quazarz centraal, die de ‘United State of Amurderca’ van het kwaad en de nepperig-heid in de hiphop moet ontdoen.
Tekstueel haalt het duo veel overhoop, en wordt de aandacht door een titel als Love in the Time of Kanye geprikkeld zonder dat meteen duidelijk wordt waar de heren precies op uit zijn.

Quazarz vs. The Jealous Machines is de meest experimentele plaat van de twee. Het album klinkt haast abstract en lijkt soms een dubversie van de andere Quazarz-plaat. Hier overheersen diepe, Massive Attack- en Burial-achtige beats die meer Engels zijn dan Amerikaans. De twee cd’s hadden best tot dubbelalbum mogen worden samengevoegd. Allebei net iets anders, maar even fraai en vooral volkomen origineel. Is dit hiphop, kosmische jazz of een Amerikaans antwoord op Engelse bassmuziek? Van alles wat en zeer intrigerend.

DecapitatedDecapitated – Anticult (Nuclear Blast Records)
Als beginnend deathmetalbandje heb je als het goed is maar één doel voor ogen. Zo goed worden als Decapitated. Deze Poolse band is al twintig jaar een van de maatgevers in het brullende turbogenre, en op de pas zevende studioplaat Anticult hoor je gelijk weer waarom de band zo gruwelijk goed is.

Door: Robert van Gijssel 14 juli 2017

Decapitated maakt de in het genre gebruikelijke, extreem technische instrumentgymnastiek ondergeschikt aan de boodschap, en dat is er in hun geval een van grote boosheid.

Liedjes als One-Eyed Nation en Anger Line zijn mede dankzij de mooi grommende en zelfs verstaanbare zang van Rafal Piotrowski pure punkanthems, die dankzij de stuwkracht van de rammende metal een euforische vaart krijgen. Met een track als Kill the Cult doen de Polen de concurrentie echt verbleken. Het nummer begint met een hakkende gitaarriff en ontploft in een pompend meebrulrefrein waarmee je zo de barricaden op wilt. Inhoud en slagkracht, gecombineerd met een moddervette productie én messcherpe techniek, maken van Anticult een van de mooiste metalplaten van dit jaar.

Een plaat bovendien die ook liefhebbers van de meer beschaafde metalstijlen, zoals die van het Franse Gojira, zou moeten overtuigen. Luister maar eens naar Earth Scar, waarin de band durft te grooven als Lamb of God of Gojira, en ineens behoorlijk toegankelijk klinkt. En registreer in de clip bij dat nummer ook even het eerbetoon aan de legendarische Nederlandse deathmetalband Pestilence. Ja, daar worden wij warm van.

Lifehebbers van Decapitated luisteren uiteraard naar Aardschok.

Broken Social SceneBroken Social Scene – Hug Of Thunder (Arts & Crafts/Konkurrent)
Ze waren vijftien jaar geleden een belangrijke inspiratiebron voor Arcade Fire, het eveneens Canadese vijftienkoppige muzikantencollectief Broken Social Scene. Talenten in hun midden, onder wie zangeres Leslie Feist, gingen hun eigen weg. De spontaniteit van hun vroege werk, zoals het fraaie You Forgot It in People (2002) maakte plaats voor routine.

Door: Gijsbert Kamer 14 juli 2017

Een pauze van zeven jaar heeft de band goed gedaan. Hug of Thunder kent dezelfde euforische sound als die van vroeger. Hier hoor je een stel muzikanten elkaar opzwepen met opbeurende samenzang, troostrijke folk en een vleugje gospel.

De muziek van Broken Social Scene had op de beste momenten iets louterends. Datzelfde proces, al spelend zoeken naar de catharsis, zou Arcade Fire later tot veel grotere hoogten brengen. Maar Broken Social Scene bracht ze op een spoor, en Hug of Thunder laat weer horen hoe ze dat deden.

Calvin HarrisCalvin Harris – Funk Wav Bounces Vol. 1 (Columbia Records/ Sony Music)
Eén ding heeft Calvin Harris, de Schotse dj en grootste danceproducer van de wereld, goed begrepen. Wilde hij nog eens met een echt memorabel album de geschiedenis ingaan, dan moest hij daarop een keuze maken. Zijn vorige plaat Motion (2014) was richtingloos en voerde langs voorspelbare EDM-beats, niemendallerige vocalen en lelijke pianohouse.

Door: Robert van Gijssel 7 juli 2017

Funk Wav Bounces Vol. 1 is een stijlvast eerbetoon aan de vroege jaren tachtig, toen de post-disco en electro van Cameo tot Colonel Abrams heerste op de dansvloer. Met medewerking van hoogwaardige vocalisten, van Pharrell Williams tot Frank Ocean, John Legend en Katy Perry en de voorhoede van de hiphop: Travis Scott, Future, Young Thug en Migos. Samen maken ze er iets moois van, op eigenlijk vrij ingehouden en dus subtiele tracks als Feels (met Pharrell Williams, Katy Perry en Big Sean) en Rollin (met Future). Die laatste track heeft een elastieken groove van funky basjes en retrofiele drumcomputers en jawel: ook die typische Harrispiano, maar in deze uitgekiende dosering kan die weinig kwaad aanrichten.

De relaxte en nostalgische discovibes zweven door de hele plaat en worden per nummer aantrekkelijker. Prayers Up met Travis Scott is een heerlijk transparant gearrangeerd dansliedje, met weer zo’n zuinig gedoseerd en daardoor erg effectief plukkend basloopje, hier en daar ineens een diepe bassdrum, een vrolijk vocaal spel met de autotune en flitsende draaitafelacrobatiek van scratchheld A-Trak.

In Holiday, met John Legend en Snoop Dogg, wordt doodleuk geciteerd uit Grand Master Flash en Kool & the Gang. Daar móét je wel vrolijk van worden. Calvin Harris heeft de EDM en obligate dansvloerclimaxen achter zich gelaten en maakte zomaar een van de leukste zomerplaten van het jaar. En dus de soundtrack voor ook uw vakantie.

Liefhebbers van Calvin Harris luisteren uiteraard naar Pinguin Pop.

Luister hier naar de vorige editie!
Volkskrant Radio – juli 2017

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!

===> Lees hier alle recencies van:

Floating Points – Reflections Mojave Desert, Jason Isbell and the 400 Unit – The Nashville Sound, Big Boi – Boomiverse, Deltawerk – Passages, Fleet Foxes – Crack-Up, Dan Auerbach – Waiting on a Song, Little Steven – Soulfire, Justin Townes Earle – Kids in the Street, Vince Staples – Big Fish Theory en Kevin Morby – City Music.

 

Album van de Dag: Lal & Mike Waterson – Bright Phoebus

bright phoebusLal & Mike Waterson – Bright Phoebus (Trailer)

Jaren geleden recenseerde ik eens een zeer fraaie tributeplaat (Shining Bright) waarop artiesten als Billy Bragg, Richard Thompson en Eliza Carthy nummers brachten van Bright Phoebus van Lal & Mike Waterson. Dat oorspronkelijk in 1972 verschenen album was toen al jaren niet meer verkrijgbaar en het heeft vreemd genoeg nog tot 2017 moeten duren voordat er eindelijk een reissue verschijnt van deze onterecht obscuur gebleven folkklassieker. Met onder meer hun zus Norma vormden Elaine en Mike in de jaren zestig The Watersons, een van de belangrijkste Britse folkacts uit die tijd.

In 1968 hielden ze het voor gezien, maar Lal & Mike bleven liedjes schrijven en eind 1971 haalden Martin Carthy en Ashley Hutchins het duo over om weer een plaat op te nemen. Richard Thompson werd erbij gehaald, en in de week waarin de sessies plaatsvonden kwamen ook Maddy Prior, zus Norma en andere bekende folknamen langs. Het resultaat was een vernieuwende, nog altijd prachtig klinkende alternatieve folkplaat die later onder meer Arcade Fire, Jarvis Cocker en Richard Hawley zou inspireren.

Dit eerherstel komt te laat voor de inmiddels overleden hoofdpersonen, maar dat maakt deze reissue niet minder relevant. Tekst ManiaMarco van Ravenhorst

Album van de Dag: Offa Rex – The Queen Of Hearts

offa rexOffa Rex – The Queen Of Hearts (Nonesuch Records)

So you think you like folk? In dat geval zal The Decemberists zeker een belletje doen rinkelen. Voor het project Offa Rex gingen ze een samenwerkingsverband aan met de Engelse singer-songwriter en multi-instrumentalist Olivia Chaney, die eerder voor de Amerikaanse folkband uit Oregon als voorprogramma optrad. Het resultaat is een ode aan de oorsprong van de hedendaagse folkmuziek.

Neem Blackleg Miner, een negentiende-eeuwse politiek geladen ballade. In eerste instantie, zou het zo van een Decemberists-album kunnen komen: mandoline, harmonium, akoestische gitaar en de heerlijke stem van Colin Meloy, die pas vrij laat in het nummer bijval krijgt van Chaney. Het is het meest toegankelijke nummer van The Queen Of Hearts, want op het merendeel van de nummers beperken Meloy en consorten zich tot begeleidingsband voor de karakteristieke stem van Chaney. Dit is traditionele folk, mensen. Een hoogwaardige exponent van de Britse folkrevival en dat is andere koek dan Amerikaanse folk, zoals al direct uit het titelnummer mag blijken, waarmee wordt geopend.

Toch is ook dit nummer achteraf bezien nog vrij toegankelijk, want nummers als The Gardener en The First Time I Ever Saw Your Face en Bonnie May vragen meer doorzettingsvermogen van de nietsvermoedende folkliefhebber. Dat The Decemberists ook hun mannetje staan bewijzen ze in het bijzonder op de twee slotnummers. Sheepcrook And Black Dog en To Make You Stay. Samen met Blackleg Miner maken ze The Queen Of Hearts ook voor de mindere folkdiehard de moeite waard, maar die moet dan wel even doorzetten.

Tekst Muzine | Theo Stepper

 

Album van de Dag: James Vincent McMorrow – True Care

James Vincent McMorrowJames Vincent McMorrow – True Care (Faction)

Waar op zijn debuut Early In The Morning nog grotendeels akoestische indiefolk te horen was, beweegt James Vincent McMorrow zich met de opvolgers Post Tropical en We Move steeds meer in de richting van soul en r&b. Op zijn nieuwe album True Care wordt die muzikale reis verder voortgezet, waarbij de Ierse singer-songwriter op minimalistische wijze laat horen hoe hij tegen het leven aankijkt. This album is life, itʼs the life Iʼve lived up to this point, itʼs the one that might be ahead of me”, vertelt hij daarover. Door middel van verschillende soundscapes probeert McMorrow de meest uiteenlopende kanten van het leven te laten horen. Van de (deels a capella) single True Care en de ingetogen pianoballade National tot het verrassende Constellations, een nummer dat door een aantal onverwachte wendingen meerdere gezichten laat zien. True Care is een boeiend en sfeervol album van een muzikant die muzikale uitdagingen niet uit de weg gaat. Tekst Mania | Godfried Nevels

Album van de Dag: Arcade Fire – Everything Now

arcade fireArcade Fire – Everything Now (Sony)

We turn the speakers up till they break. ‘Cause every time you smile it’s a fake! Stop pretending, you’ve got everything now. Zo dansbaar als de pest, de titeltrack van de nieuwe Arcade Fire: Everything Now. Met dank aan wat geleende elementen uit The Coca Cola Song van Francis Bebey. Ere wie ere toekomt. Gitzwarte tekst niettemin die Win Butler zingt, sterk contrasterend met die retevrolijke melodie en dat dito refrein. Het nummer doet onherroepelijk denken aan ABBA. Tijdens Everything Now is stilzitten onmogelijk. Het is de perfecte popsong.

Put Your Money On Me had bovendien geschreven kunnen zijn door het Zweedse superduo Björn Ulvaeus en Benny Andersson. Maar het is toch echt aan het brein van Butler en consorten ontsproten.

Van ABBA schakelt The Arcade Fire net zo makkelijk over naar reggae, met de eerste zwakke broeders op de plaat; achtereenvolgens Peter Pan en Chemistry, hoewel laatstgenoemde nog enigszins te pruimen is. Maar dat Arcade Fire zich in de toekomst nogmaals vergaloppeert aan reggae-achtige tracks lijkt uitgesloten. Je kunt je nauwelijks aan de gedachte onttrekken dat Butler een weekje Jamaica heeft gepakt en na een mojito of 9 een gitaar om z’n nek heeft gehangen. In een hangmat.

Terwijl we met het aansluitende Infinite Content alle ellende rap vergeten zijn. Een eendimensionale, gejaagde punksong van anderhalve minuut, die wel even nodig was om de aandacht er weer bij te hebben. Gekke Canadezen dat ze zijn volgt Infinite Content andermaal, maar nu in een wiegende countryversie.

Het reeds gememoreerde reggaeblokje wordt voorafgegaan door het verslavend lekkere Creature Comfort, de sterkste track op Everything Now. Handelend over met zichzelf worstelende jeugd. Creature Comfort behoort zelfs zonder discussie tot het allerbeste wat Arcade Fire op plaat heeft gezet tot nu toe. Knallende drums, elektronische bassen, Win Butler in topvorm en de licht hysterische zang van Régine Chassagne, opgeteld bij hypnotiserend syntesizergeweld, maken het nummer onweerstaanbaar. De tekst is confronterend, voor hen die het aangaat.

Some girls hate their bodies
Stand in the mirror and wait for the feedback
Assisted suicide
She dreams about dying all the time
She told me she came so close
Filled up the bathtub and put on our first record (ha, ook zelfspot!)
Saying god, make me famous
If you can’t just make it painless
Born in a diamond mine
It’s all around you but you can’t see it
The white lie of American prosperity
We wanna dance but we can’t feel the beat
Good God Damn zou Butler ook zomaar eens geschreven kunnen hebben in zijn hangmat. Het nummer leunt op een fijn basritme, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Het is eentonig en uiteindelijk ook vervelend.
We Don’t Deserve Love heeft last van datzelfde euvel. Ook Chassagne weet de song niet te redden.
Na de herhalingsoefening in het midden van de plaat, Infinite Content, wordt Everything Now afgesloten met een vervolg op de 46 seconden die de titeltrack inluiden, dus andermaal Everything Now, maar nu in een slowmotionversie.
Al met al is het materiaal op het album, waar een hele batterij aan producers op los is gelaten, veel te mager om een voldoende te scoren. Een snelle revanche in 2018 stel ik voor. Tekst Pieter Visscher

 

 

Album van de Dag: Manchester Orchestra – A Black Mile To The Surface

manchester orchestraManchester Orchestra – A Black Mile To The Surface (Caroline)

Manchester Orchestra heeft zich nooit aan één formule vastgehouden. Na het stevigere en grungy Cope uit 2014 hebben frontman Andy Hull en toetsenist/gitarist Robert McDowell de soundtrack voor de film Swiss Army Man gemaakt.

Dit schemert absoluut door in A Black Mile To The Surface waarop de band veel meer de diepte in duikt. Het album is enorm gelaagd met folky invloeden, maar flirt ook met elektronica. De arrangementen zijn groots, complex en orkestraal met de drums wat verder naar de achtergrond. Het doel was volgens Andy dan ook om de plaat net zo intens te maken als zijn voorganger, maar zonder daarvoor de volumeknop open te draaien.

Daarin zijn ze absoluut geslaagd. De subtiele opbouw leidt tot intense en prachtige breaks waarbij de nummers heerlijk wegluisteren als één geheel. De kracht van dit album zit hem dan ook in zijn gelaagdheid; elke luisterbeurt blijf je weer nieuwe dingen ontdekken en genieten. Tekst Mania | Tim Jansen

LIVEDATA 01/11 VK, Brussel 02/11 Melkweg, Amsterdam

Live Review: U2 @ Johan Cruijff Arena, Amsterdam

Live Review: U2 ‘THE JOSHUA TREE TOUR’ @  Johan Cruijff Arena, Amsterdam
29 juli 2017
Tekst Jeroen Bakker

“I’m up for it if our audience is as excited as we are… It’s gonna be a great night.” Met die woorden kondigde Bono de tournee aan die in het teken staat van het 30-jarig bestaan van The Joshua Tree. U2 had vaker enkele tracks van het album in de setlist verwerkt maar nog nooit werden ze allemaal gedaan. Het idee om het album in zijn geheel live te spelen maakte veel herinneringen los bij het Ierse viertal. Tegelijkertijd ontstond het besef dat dit uiterst succesvolle Magnum opus, zelfs drie decennia na het verschijnen ervan, nauwelijks aan actualiteitswaarde heeft ingeboet. Pinguin Radio bezocht de eerste avond van de twee stijf uitverkochte optredens waarmee U2 dit weekend de Nederlandse fans verblijdde.

Donderdagochtend (!!!) hebben de eerste fans zich reeds voor de evenementenhal in de Bijlmer Area geposteerd maar het vliegtuig van de band is op dat moment nog niet eens geland op Schiphol. Terwijl iedereen zich druk lijkt te maken om de eerste van de vier ‘zwarte zaterdagen’, wachten zij geduldig voor de mooiste zaterdag van hun leven. Het zijn veelal dezelfde fanatiekelingen die we bij eerdere optredens van de band hier gezien hebben. Sommigen hebben een tentje meegenomen en blijven zodoende droog tijdens de enorm felle regenbuien die ons land deze week teisteren. De fans hebben een meldingsplicht in deze zelf geformeerde rij waarin keurig wordt bijgehouden wie zich wanneer heeft aangesloten bij de groep voor de entree. Deze ‘plicht’ wordt ‘row-call’ genoemd en biedt de mogelijkheid om af en toe even uit de rij te stappen zonder het plekje te verliezen.
Andere fans zijn ‘geselecteerd’ om vrijdag bij het Westergasterrein de opnamen van ‘geheim optreden’ bij te wonen. De band neemt uitgebreid de tijd om wat handjes te schudden en op de selfies vastgelegd te worden. Slechts 200 bezoekers zullen aanwezig zijn bij de opnamen van een clip behorend bij het nieuwe album dat later dit jaar zal verschijnen. Bij het Amstel Hotel is het vrijdag en zaterdag druk voor de ingang. Zaterdagmiddag zal Bono voordat de band naar de Arena rijdt alles signeren wat hij onder ogen krijgt.

Het concert van zaterdagavond is zoals gezegd al maanden uitverkocht maar gelukkig biedt de uit de hoofdstad afkomstige Winston de mogelijkheid om vandaag nog aanwezig te zijn bij het optreden van vanavond. Er zal dan nog wel even via Marktplaats 225 euro’s moeten worden afgetikt. Daar komen wij met onze 77 euro’s, kostprijs, per kaart goed weg. Shirley uit Dordrecht biedt de ECHTE fan de mogelijkheid om zanger Bono recht in de ogen te kunnen kijken. Zij verkoopt speciale ‘Red Zone’-tickets, plaatsbewijzen voor het voorste vak. Het staat er echt:

4 RED ZONE Staanplaatsen voor U2
Amsterdam Arena Zondag 30 juli

De fan weet wat dat betekent. Gegarandeerd vooraan staan in de Arena
Prijs per stuk 950,00
Gedeeltelijke vooruitbetaling. De rest bij de Arena

Nu maar hopen dat Bono zijn zonnebril in de kleedkamer laat liggen.

U2
Vroeg in de avond komt de melding binnen dat Arena Area populair is op Google Maps. Bezoekers die met de auto zijn gekomen ondervinden veel problemen om de auto te kunnen parkeren. Zij zijn op zoek naar andere mogelijkheden in de omgeving. Degenen die voor het openbaar vervoer hebben gekozen zullen wegens werkzaamheden aan het spoor met de trein niet bij de Bijlmer kunnen uitstappen. De metro’s zijn vanaf het middaguur dan ook ramvol. De zware regenbuien weerhouden echter niemand er van om vroegtijdig de overdekte hal op te zoeken. Het lukt ons maar net om op tijd binnen te zijn om nog iets mee te krijgen van het optreden waarmee Noel Gallagher’s High Flying Birds de avond hebben geopend. Gallagher is een goede vriend van Bono. Bono zou de mede-oprichter/gitarist/zanger/schrijver van Oasis regelmatig een luisterend oor hebben geboden in moeilijke tijden en hem van advies hebben voorzien wanneer het zoveelste conflict met zijn broer uit de hand dreigde te lopen. Na het geweldige optreden van Gallagher en zijn High Flying Birds tijdens Lowlands 2016 en het sterke tweede album Chasing Yesterday van een jaar daarvoor zijn de verwachtingen wederom hoog gespannen. Het blijkt vandaag op een ware beproeving uit te draaien. De krachtige up-tempo beat van Ballad Of The Mighty I en het pakkende In The Heat Of The Moment komen hier beduidend minder goed uit de verf. Lieten wij ons vorig jaar nog betoveren door de ‘Riverman’, vanavond blijft werkelijk niets overeind van dit magistrale stukje muziek. Ook Oasis-klassiekers als Champagne Supernova en Don’t Look Back In Anger verdienen een beter lot. De geluidsman lijkt het druk te hebben met allerlei andere zaken dan dat waarvoor hij is aangesteld en de afdeling ‘lampjes’ lijkt vandaag een snipperdag te hebben genomen.

Aan het plafond, de arena heeft een dak dat deze dagen is afgesloten, zijn zwarte, vermoedelijk opgeblazen objecten opgehangen om de akoestiek te kunnen beheersen. Eerdere ervaringen bij concerten hier hebben aangetoond dat het absoluut noodzakelijk is om iets aan het overwegend erbarmelijke geluid te doen. Ter hoogte van de middenstip op de vloer is vandaag blijkbaar niet de juiste plaats om het effect hiervan te ervaren. Wij gokken er op dat alles alsnog goed gaat komen. Er bevindt zich namelijk nog een kleiner podium voor ons waar het eerste deel van het optreden zodadelijk zal beginnen. Voor de fans die niet helemaal vooraan staan dus een uitgelezen kans om hun helden van heel dichtbij te zien. Wanneer Whole Of The Moon van The Waterboys luid over de PA klinkt weet het merendeel al hoe laat het is. Wanneer de laatste tonen wegebben verschijnt drummer Larry Mullen Jr. op het podium om plaats te nemen achter het drumstel. Het intro van Sunday Bloody Sunday doet een extatisch gejuich klinken. The Edge loopt ontspannen naar zijn collega terwijl hij de eerste, zo herkenbare akkoorden van dit strijdlied aanslaat. Bono en bassist Adam Clayton sluiten vervolgens aan. Veertig jaar geleden begonnen als post-punk-bandje uit Dublin, nu één van de allergrootste rockbands ter wereld en nog steeds klinkt Bono overtuigend wanneer hij zijn publiek uitdaagt “No More, No War” mee te brullen. Met het van The Unforgettable Fire afkomstige Bad, inclusief het kleine eerbetoon aan David Bowie’s Heroes, denken wij nog eens terug aan die memorabele show van Live Aid waarop Bono buiten zijn boekje ging en wegens tijdgebrek Pride (In The Name Of Love) moest schrappen. Het zou bijna het einde van de band betekenen en manager Paul McGuinness een hartkwaal bezorgen.
Vanavond wordt de ode aan Martin Luther King massaal meegezongen door de Nederlandse fans en ook New Year’s Day ontbreekt deze tour niet. Na dit sterke jaren-tachtig-vierluik wordt het grote podium volledig roodkleurig verlicht en verschijnt de zo karakteristieke boom waaraan deze hele tournee is opgehangen. Het volgende uur zal U2 voor de eerste keer op Nederlandse bodem een album geheel live uitvoeren. The Joshua Tree is een zeer succesvol verhaal gebleken. Dat hiermee ijzersterke troeven, dikke hits, als Where The Streets Have No Name’, Still Haven’t Found What I’m Looking For’ en With Or Without You al gelijk op tafel worden gegooid is het gevolg van deze werkwijze maar kenmerkte de studio-uitvoering zich al door een boeiende opbouw, live verslapt de band eveneens geen moment. Het lyrische gitaargeluid tijdens Bullet The Blue Sky behoort al vele jaren tot de stevige fundering van een U2-show en wat te denken van One Tree Hill dat sinds een paar jaar wordt opgedragen aan prins Friso.

De band oogt ontspannen, de show verloopt ondanks de geluidsproblemen probleemloos. Wat de visuele aankleding betreft weet de band zich eveneens weer te overtreffen. Uiteraard dient hier de naam Anton Corbijn niet onvermeld te blijven. Over de gehele breedte, geschat zo’n zeventig meter, sieren sfeervolle zwart/wit maar ook gekleurde beelden het gehele podium. Er is gebruik gemaakt van bestaand materiaal maar Corbijn heeft toch ook weer nieuw materiaal toegevoegd. Het past weer naadloos in elkaar en gaat van het ene uiterste naar het andere maar voegt altijd iets toe. Abstract maar ook keihard, confronterend, feeëriek of sexy. Fraai zijn de opnamen uit het Death Valley National Park op de achtergrond of de bijdragen van de Salvation Army Brass Band die met verfijnd koperwerk de band ondersteunt tijdens Red Hill Mining Town. Wellicht minder bombastisch dan kant A maar minstens zo intens is de integrale live-afsluiting van kant B met Exit en Mothers Of The Disappeared. Hoewel hiermee officieel The Joshua Tree is uitgebloeid volgt Miss Sarajevo alsof het een extra track betreft. De huidige situatie in Syrië leert ons dat er de afgelopen dertig jaar weinig vooruitgang is geboekt. Indrukwekkend is het grote doek met de beeltenis van een Syrische vluchtelinge dat vanaf de tribune wordt uitgerold en doorgegeven.

Met het aftellen voor Beautiful Day lijkt de tijd voor ongecompliceerde ontspanning te zijn aangebroken en mag iedereen luidkeels meebrullen. Tijdens het uitzinnige Vertigo valt nogmaals de naam David Bowie wanneer The Edge zich aan het gitaarloopje van Rebel Rebel vergrijpt. Het feestje wordt vervolgd door een vrolijk dansje van een vrouwelijke fan tijdens ‘Mysterious Ways’. Het is verre van mysterieus maar tekenend voor de ontspannen sfeer tijdens het optreden. Nog een keer krijgt het publiek een spectaculair stukje visueel geweld voorgeschoteld in het kleurrijke Ultraviolet (Light My Way) maar het mooiste grafische effect is niet afkomstig van Corbijn maar van het publiek dat massaal de mobieltjes omhoog houdt en daarmee aan een zeer sfeervolle uitvoering van ‘One’ bijdraagt.

Het Europese gedeelte zit er met nog twee te gaan bijna op. Een dag later zal hier wederom het dertigjarig bestaan van die boom gevierd worden waarna de vier zullen afzakken naar onze Zuiderburen om in Brussel af te sluiten. Ook daar zullen geen kaarten meer verkrijgbaar zijn. Misschien biedt Shirley uitkomst.

 

Album van de Dag: Cage The Elephant – Unpeeled

cage the elephantCage The Elephant – Unpeeled (RCA)

Cage The Elephant is een band van uitersten. Vergelijk vuige tracks als Indy Kidz en Sell Yourself maar eens met bloedmooie pareltjes als Trouble en Cigarette Daydreams. Alsof hel en hemel samenkomen. Twee jaar na het zelfverzekerde, eclectische Tell Me I’m Pretty is de Amerikaanse band rondom de energieke zanger Matt Shultz terug met een liveplaat: Unpeeled.

Het album bevat een kleine tachtig minuten en liefst 21 nummers aan materiaal. De eigen nummers zijn voorzien van een net jasje dat af en toe ouderwets kreukelt, zoals we van Cage The Elephant morgen verwachten. Een band in topvorm. De solo op Back Against The Wall, het emotionele Rubber Ball, het meezingende publiek gedurende Cigarette Daydreams, de zwierende Schultz, het achtergrondkoortje, een strijkorkest.

Alles lijkt te kloppen. Inclusief drie sprankelende covers, waarvan Eric Wreckless’ Whole Wide eindeloos swingt. Eind januari al ijzersterk in Paradiso. Op deze live-editie echter nóg een niveautje hoger. Tekst Mania | Jelle Teitsma