The Black Keys – Mi Tormenta (feat. DannyLux)

Er is een heruitgave aanstaande van het Ohio Players album van The Black Keys, een luxe editie met 5 extra tracks.

Volgens de band zijn dat geen afdankertjes, maar volwaardige songs. Ze hadden de release samen laten vallen met de aankondiging van hun Amerikaanse tournee. Het hele plan viel in het water toe ze gebrouilleerd raakten met hun manager. Nu komen de songs dus op de ‘Trophy’ versie van hun laatste album.

Een van de extra tracks is een samenwerking met de Amerikaans-Mexicaanse hitzanger DannyLux. Zijn rol is bescheiden, maar niet onbelangrijk. Hij geeft het deels Spaanstalige Mi Tormenti een leuk latin tintje. Ook belangrijk is de bijdrage van Beck, die als vierde componist wordt opgevoerd en wiens meesterhand niet moeilijk is om te herkennen in Mi Tormenta.

The Black Keys – Ohio Players

The Black Keys – Ohio Players (Warner)

We kunnen Beautiful People (Stay High) meteen wel uitroepen tot meest zomerse nummer aller tijden. Te vinden op de nieuwe van The Black Keys, toch al dat duo dat rockmuziek vaak zo luchtig weet te verpakken en in te kleden.

Ohio Players (wat een hoes!) is, zoals Dan Auerbach en Patrick Carney het zelf noemen, hun big saturday night party record. De hoes spreekt boekdelen en we komen geen seconde bedrogen uit. Ohio Players is wat deze wereld zo nodig heeft. De klasse zit in de betrekkelijke eenvoud van de plaat, die je in een feestroes brengt.

Beautiful People (Stay High) heeft met Beck als achtergrondzanger en subschrijver van de song een component om even onder de aandacht te brengen. De heer Hansen is veel vaker van de partij en je hoort dat. Een uitstekende zet van Carney en Auerbach, die ook Noel Gallagher wisten te strikken. On The Game heeft een prettig tempo waarin we Gallaghers invloed sowieso herkennen. Hij doet ook wat achtergrondzang en speelt gitaar.

Maar hoofdgast op Ohio Players is zonder twijfel Beck Hansen die The Black Keys net even dat schopje onder de reet geeft wat de Amerikanen nodig hadden. Waardoor Ohio Players inderdaad die zaterdagavondfeestplaat is geworden waarmee we de komende zomer wel uit de voeten kunnen. Wat minder garageblues dit keer. Wat meer opbeurende retrorock, met veel toetsen, funky elementen en levendiger dan ooit. Inclusief wat complementaire gastrappers, die een enkele keer opduiken. Alle klappen zijn raak. Dansschoenen uit de kast! Pieter Visscher

 

 

The Black Keys – On The Game

Een tijd lang konden Pat en Dan niet meer door één deur, maar inmiddels lijkt de kou uit de lucht en daarmee het voortbestaan van The Black Keys verzekerd.

Het duo viert de vrede met een album waar de vrolijkheid vanaf straalt. Ohio Players is een party-album vol poppy songs die veelal tot stand zijn gekomen   met hulp van buitenstaanders. Vooral op Beck heeft zijn stempel op het album mogen drukken. Een andere prominente gast is Noel Gallagher. Zijn gitaarspel siert On The Game, een midtempo popsong die mede door Noel’s George Harrison-achtige gitaarsound een hoog Beatles gehalte heeft. Co-componist van On The Game is Leon Michaels, lid van Dan Auerbach’s hobbyband The Arch en gewaardeerd producer van o.a. Aloe Blacc, Sharon Jones en Ed Michaels Affair.  Iemand dus die je er goed bij kunt hebben op een feestje.

The Black Keys – This is Nowhere

Dan en Pat hebben voor de opnamen van hun nieuwe album de hulp ingeroepen van Beck. Hij schreef mee aan twee van de drie singles die vooruit zijn gestuurd.

Onder invloed van meneer Hansen lijken The Keys hun bluesroots te hebben ingeruild voor een meer poppy aanpak. This is Nowhere is simpele song met een hoge meezingfactor. Mooi gemaakt dat wel, maar niet echt een meesterwerk, laat staan een nieuw hoogtepunt in het oeuvre van The Black Keys. De fans denken daar echter heel anders over. In de comments op Youtube lees je teksten als ‘Dan and Pat are the gift that keeps on giving’ en ‘loving the new song so much’ en ‘This is not nowhere. This is straight FIRE! Love this track’, en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Reden genoeg dus om ook This Is Nowhere te gaan draaien

The Black Keys – Beautiful People (Stay High)

Beck schreef mee aan de nieuwe single van The Black Keys. Ook vintage dansmeester Dan The Automator droeg een steentje bij aan Beautiful People (Stay High).

De vrucht van hun gezamenlijke inspanning is een vrolijk vibrerende party track met een refrein waar de hitpotentie van afdruipt. Het is het minst bluesy Black Keys nummer tot dusver en had niet misstaan op een plaat van Beck zelf. Beautiful People (Stay High) is de eerste single van een nieuw album van Dan en Pat. Met de albumtitel, ‘Ohio Players’ eert het duo de gelijknamige band uit hun homestate, die bekend staat om hun funky nummers en sexy albumhoezen. Voor Dan en Pat zelf muziek gingen maken draaiden ze plaatjes in de lokale kroeg. De onbevangen sfeer van die avonden hopen ze te recreëren op  wat hun alweer hun 12e album wordt. 5 april komt de plaat uit, maar voor die tijd zullen we vast nog wel meer voorproefjes mogen smaken.

The Black Keys – It Ain’t Over

Ook de tweede single van het nieuwe album van The Black Keys mag er zijn. Net als op Wild Child blijft de band op It Ain’t Over bij zijn leest, bluesrock zoals die begin jaren zeventig tot volle wasdom kwam. Maar dan gespeeld en opgenomen met de techniek van nu.

Het refrein mag misschien wat onaangekondigd binnenvallen, daar staat een fraaie gitaarsolo tegenover. De productie is dit keer in handen van Dan en Pat zelf, dat kan je na twintig jaar wel aan ze overlaten. Bij het schrijven van It Ain’t Over kregen de boys hulp van oude vriend en veteraan Greg Cartwright die diverse bands heeft geleid waarvan  Reigning Sound waarschijnlijk wel de bekendste is. Het Dropout Boogie album verschijnt op vrijdag de 13e.

The Black Keys – Wild Child

Na het smakelijke back to the blues tussendoortje Delta Kream keert The Black keys weer terug op het eerder ingeslagen pad. Wild Child biedt geen grote veranderingen, maar wel weer een ijzersterke riff en een refrein dat moeilijk niet niet mee te zingen is.  Bij het schrijven van Wild Child  kregen Dan en Pat hulp van Greg Cartwright van retrorockers Reigning Sound en Angelo Petraglia die ook hand en spandiensten verricht voor Kings of Leon.

Kortom er mag wat worden verwacht van het Dropout Boogie album dat op 13 mei moet gaan uitkomen.

The Black Keys – Delta Kream

The Black Keys – Delta Kream (Nonesuch Records/Warner)

Precies tien jaar terug dat The Black Keys een auto op de cover van een album hadden. Toen El Camino en nu Delta Kream. Dat is meteen ook de enige overeenkomst, want alles is anders aan de twee platen. En toch herken je The Black Keys uit duizenden.

Dat heeft niet alleen te maken met de kenmerkende stem van Dan Auerbach, maar ook met de moddervette sound die het duo steevast loslaat op haar composities. Werd El Camino nog geproduceerd door Danger Mouse, op Delta Kream doen Auerbach en Patrick Carney alles zelf. Behalve het schrijven van de songs, want alle elf tracks zijn covers. Van countryblueshelden die de twee inspireerden. Muzikale helden.

Niet de bekendste namen. Neem een Mississippi Fred McDowell, verantwoordelijk voor een rustig countrybluesnummer als Louise. De riff die de song draagt krijg je niet meer uit je kop, terwijl McDowells origineel toch wat minder beklijft. Heeft te maken met zowel de productie als de gitaar. Die van McDowell akoestisch, die van Auerbach elektrisch.

Het album opent met een cover van de bekendste artiest die onder handen is genomen: John Lee Hooker. Crawling Kingsnake werd in 1948 weergaloos vertolkt door Hooker en je snapt meteen dat The Black Keys er verliefd op werden. En het lied 73 jaar later nieuw leven hebben ingeblazen. Hooker zou de versie zonder enige twijfel fantastisch hebben gevonden.

Helemaal met trots vervuld zou David Kimbrough Jr zijn geweest, omdat maar liefst vijf nummers van zijn hand overgoten zijn met die Black Keys-saus. De liefde voor Kimbrough Jr, die weer beïnvloed werd door Mississippi Fred McDowell, proef je in alles. Pieter Visscher 

The Black Keys – Crawling Kingsnake

‘The Blues Had A Baby And They Named It Rock & Roll’ zong blueslegende Muddy Waters zo’n halve eeuw geleden. Blues is dus een van de pijlers waar popmuziek op rust. Nu is blues niet meer zo prominent aanwezig als in de jaren zestig en zeventig met bands als The Stones en Led Zeppelin, maar dankzij o.a. Stevie Ray Vaughn en The Black Crowes en in deze eeuw o.m. The White Stripes en The Black Keys is de blues nooit helemaal uit beeld verdwenen.

Als producer werpt Dan Auerbach van The Black Keys zich op als conservator van Amerikaanse roots-genres, blues en country dus. We raden iedereen die ook maar een beetje van blues houdt aan om eens naar het door Dan geproduceerde nieuwe album van Robert Finley te luisteren, een van de laatste nog levende authentieke blueszangers. Voor zijn zendelingenwerk heeft Dan nu ook zijn eigen band ingeschakeld. Het nieuwe album van The Black Keys bevat louter covers, voornamelijk van  ‘Hill Country Blues’ zangers ‘Mississippi’ Fred McDowell, Robert Lee Burnside en Junior Kimbrough. Hill Country ligt in het noordelijke deel van de staat Mississippi aan de grens met Tennessee. Met zijn accent op de groove (boogie) onderscheidt Hill Country Blues zich van andere vormen van country of delta blues.

Het Delta Kream album is zo goed als live, in slechts tien uur opgenomen. Net als vroeger zeg maar. Voor de gelegenheid is The Black Keys met twee veteranen uit het bluesveld uitgebreid tot kwartet. Bassist Kenny Brown en gitarist Eric Deaton zijn voormalige begeleiders van Kimbrough (1930 – 1998) en  Burnside (1926 – 2005). Het zijn deze twee bluesmannen die de jonge Dan Auerbach en Patrick Carney het bluespad hebben op geleid. Aan hen dankt het album ook zijn authentieke atmosfeer.

De single die de kar moet trekken is het bekendste nummer van het album, een versie van Crawling King Snake van John Lee Hooker. Aan deze titel hebben The Doors zich ook een keer gewaagd, maar met een heel andere uitkomst. Er zijn twee versies in omloop, een radio-edit en de oorspronkelijke van zes minuut plus. Uiteraard draaien wij de laatste.

The Black Keys – Crawling Kingsnake

‘The Blues Had A Baby And They Named It Rock & Roll’ zong blueslegende Muddy Waters zo’n halve eeuw geleden. Blues is dus een van de pijlers waar popmuziek op rust. Nu is blues niet meer zo prominent aanwezig als in de jaren zestig en zeventig met bands als The Stones en Led Zeppelin, maar dankzij o.a. Stevie Ray Vaughn en The Black Crowes en in deze eeuw o.m. The White Stripes en The Black Keys is de blues nooit helemaal uit beeld verdwenen.

Als producer werpt Dan Auerbach van The Black Keys zich op als conservator van Amerikaanse roots-genres, blues en country dus. We raden iedereen die ook maar een beetje van blues houdt aan om eens naar het door Dan geproduceerde nieuwe album van Robert Finley te luisteren, een van de laatste nog levende authentieke blueszangers. Voor zijn zendelingenwerk heeft Dan nu ook zijn eigen band ingeschakeld. Het nieuwe album van The Black Keys bevat louter covers, voornamelijk van  ‘Hill Country Blues’ zangers ‘Mississippi’ Fred McDowell, Robert Lee Burnside en Junior Kimbrough. Hill Country ligt in het noordelijke deel van de staat Mississippi aan de grens met Tennessee. Met zijn accent op de groove (boogie) onderscheidt Hill Country Blues zich van andere vormen van country of delta blues.

Het Delta Kream album is zo goed als live, in slechts tien uur opgenomen. Net als vroeger zeg maar. Voor de gelegenheid is The Black Keys met twee veteranen uit het bluesveld uitgebreid tot kwartet. Bassist Kenny Brown en gitarist Eric Deaton zijn voormalige begeleiders van Kimbrough (1930 – 1998) en  Burnside (1926 – 2005). Het zijn deze twee bluesmannen die de jonge Dan Auerbach en Patrick Carney het bluespad hebben op geleid. Aan hen dankt het album ook zijn authentieke atmosfeer.

De single die de kar moet trekken is het bekendste nummer van het album, een versie van Crawling King Snake van John Lee Hooker. Aan deze titel hebben The Doors zich ook een keer gewaagd, maar met een heel andere uitkomst. Er zijn twee versies in omloop, een radio-edit en de oorspronkelijke van zes minuut plus. Uiteraard draaien wij de laatste.