Been Stellar – All In One

Been Stelllar is een snel opkomende indieband uit NYC. Het vijftal maakte goede sier met een serie singles die qua stijl het midden houden tussen grunge en shoegaze.

Een eigentijds geluid dus, maar dat is niet de (enige) reden dat Been Stellar in zulke goede aarde valt. All In One is net als voorganger Passing Judgement een vrij complexe song waarin sfeer, sound en dynamiek net zo belangrijk zijn als structuur en compositie. Anders gezegd, het duurt even voordat je kunt meezingen. Producer Dan Carey (ja, hij weer) heeft goed begrepen dat Been Stellar een band is, een organisch collectief en laat dan ze dan ook lekker live klinken. Het debuutalbum van Been Stellar heet Scream From New York, NY en wordt 14 juni verwacht.

Echo & The Bunnymen maakt nauwelijks indruk in Paradiso

Gezien: Echo & The Bunnymen, Paradiso, Amsterdam 5 april 2024

Tekst en foto’s: Pieter Visscher 

Zonder twijfel is Echo & The Bunnymen een van de belangrijkste acts in de muziekgeschiedenis. De Britten inspireerden onder meer Arcade Fire, Radiohead, The Killers, Deftones en Coldplay. De melodische postpunk van de band, gestart in 1978, markeert de opkomst van de new wave. Echo & The Bunnymen is een van de voorlopers van die stroming. Vrijdag 5 april speelt de band Songs to learn and sing; the very best of Echo & The Bunnymen in een uitverkocht Paradiso.

Je krijgt al snel de indruk dat Ian McCulloch mogelijk wat drank tot zich heeft genomen in een Amsterdamse kroeg. Hij brabbelt veel tussen de nummers door.  Er is vrijwel niets van te verstaan. De slungelige gestalte is ook met zijn gebaren richting technici vrij aanwezig. Meer dan je zou willen. In de ogen van McCulloch gaat er nogal het een en ander mis op technisch gebied. Je krijgt medelijden met de knaap links op het podium, die veel met gitaren sleept. Zich in het zweet werkt, voor een zeikende, aftakelende zanger. Er zijn meer bands om voor te werken, jongen.

Ian McCulloch (64) is directiever dan noodzakelijk. Hij houdt in Paradiso het midden tussen een poseur, dronkenlap en narcist. Dat laatste is al vrij lang bekend. En wanneer je heel eerlijk bent mag je ook wel een klein beetje een grote muil hebben en een klein beetje vol zijn van jezelf wanneer je zo ontiegelijk veel goeie nummers hebt geschreven. Louis van Gaal heeft diezelfde onhandigheid, binnen zijn metier.

McCulloch, met z’n eeuwige zonnebril voor de ogen, is vocaal niet in allerbeste doen. Hij kucht zo nu en dan. En heeft dus gezopen. Misschien ook nog wat andere geestverruimende middelen tot zich genomen? Wie zal het zeggen.

De Liverpoolse volksheld vraagt of we zin hebben om te dansen. Het is een van de zinnen die zijn te verstaan als ie de nummers aan elkaar lult. Daar gaan we maar even vanuit dan. Omdat het onverstaanbaar is. Het leidt natuurlijk tot gelach in de zaal en tegen de balustrades. Wat zegt-ie joh? Geen hond die ‘m verstaat. We vangen nog op dat er wat bier is gedronken voor het concert. Alsof we dat niet in de gaten hebben. “A few beers”, volgens Ian McCulloch. Tuurlijk, jongen. Hij vergeet het woordje bacchanaal. Zoiets moet het geweest zijn. Je kunt ook ná zo’n optreden gaan zuipen, gast (tip).

Gek genoeg heeft McCullochs zangstem niet geleden onder de drank. Hoewel hij dus schor klinkt en de tand des tijds welzeker ook een forse duit in het zakje heeft gedaan. Dat zij ‘m allemaal vergeven. De flinke galm op z’n microfoon is er ook niet voor niets.

Als afsluiter van het eerste blok wordt Bring On The Dancing Horses gespeeld. Het publiek krijgt alle gelegenheid om mee te zingen. McCulloch laat het al te graag gebeuren en houdt even zijn mond. Na de hit verdwijnt de band achter het podium. Er wordt muziek gedraaid om de pauze op te vullen. Een aangekondigde onderbreking, geen verrassing. Roadies zetten wat extra puntjes op de i. Het is een vrij ongebruikelijke onderbreking tijdens een concert. Die ook wel even duurt. Een kwartier is lang. Wat doen de heren? Even plassen? Facetimen met het thuisfront; dat het gezellig druk is in Paradiso? Mogelijk even sjoelen. McCulloch die 140 gooit in de rust? Nee, te bezopen. Pot bier erbij? Waarschijnlijk. Bitterballen?

Er wordt wat met een groene ballon gespeeld in de zaal. “Hey Amsterdam, you’re looking good”, zegt de wankele McCulloch bij terugkomst, waarna het geweldige Show Of Strength volgt, openingsnummer van het briljante Heaven Up Here uit 1981. Vooral na de pauze is het een feest der herkenning. Tijdens The Killing Moon toch even kippenvel op de armen. Het blijft een van de allermooiste liedjes die ooit zijn geschreven. Ook wanneer de song wordt uitgevoerd door een lamme, schorre zanger. Schorder dan normaalgesproken dan. Terwijl gitarist Will Sergeant de hele avond onverstoorbaar. is Hij, die er al vanaf het begin bij is, kent de nukken en fratsen van McCulloch wel inmiddels.

We krijgen twee toegiften, met de voortreffelijke songs Lips Of Sugar en The Cutter en gaan uiteindelijk moe en onvoldaan huiswaarts. Hier had veel meer ingezeten, om er een voetbalcliché in te gooien. We duiken thuis snel de cd-kast in, pakken het in 2016 verschenen, óngelooflijk sterke livealbum Nothing Lasts Forever eruit. Opgenomen in de Shepherds Bush Empire in Londen, 1 november 2005. Wát een avond moet dat zijn geweest.

Credit Electric – slow burner (live)

Slow burner hebben we opgepikt voor het niet onaanzienlijke deel van onze luisterschare dat zijn/haar rock graag een beetje prog heeft, de Porcupine Tree fans zeg maar en de liefhebbers van het latere Radiohead.

Als je slow burner hoort zou je niet zeggen dat Credit Electric een verleden heeft in de Americana. Ook de bandnaam duidt niet op roots in de country en blues. Wat de band uit California heeft doen besluiten om het roer om te gooien vermeldt het verhaal niet. Maar zo te horen wilden de muzikanten meer vrijheid hebben en ruimte voor improvisatie. Die is er volop in lekker lange en luie live opgenomen slow burner. Credit Electric telt naast een ritmesectie drie gitaristen en is voor de gelegenheid uitgebreid met een saxofoniste.  Slow burner staat op een 3 tracks tellende live EP.

mary in the junkyard – Marble Arch

mary in the junkyard schepte verwarring met debuutsingle Tuesday, bevestigde de eerste indruk van zowel bewonderaars als haters met opvolger Ghost en gooit nieuwe olie op het vuur van de  stammenstrijd met single drie, Marble Arch.

Het trio uit Londen maakt mini-indie-opera’s die wemelen van de tempowisselingen en door Clari Freeman-Taylor worden gezongen met een ongeschoolde ‘kleine meisjesstem’ die fel contrasteert met haar ongepolijste gitaarspel. Marble Arch gaat over de rivaliteit tussen zussen en dus niet over het monument uit de titel. De song heet zo omdat Clair de tekst schreef terwijl ze onder die marmeren boog zat te zitten. mary in the junkyard is dus wat de Engelsen noemen ‘a required taste’, of om het op zijn Hollands te zeggen, ‘je moet er van houden’. Herhaalde blootstelling doet overigens wonderen dus oordeel niet te snel en geef mary een kans.

Metz – Light Your Way Home

Metz kennen we als een wat bozige postpunkband die een tijdje op het punt heeft gestaan om belangrijk te worden, maar wegens het ontbreken van een vonk weer is teruggezakt in het peloton.

De eerste twee singles van wat hun zevende album moet gaan worden bevestigden die mening. Dus wie schetst onze verwarring toen we Light Your Way Home onder oren kregen? Single drie van de nieuwe plaat is een zeer geslaagde exercitie. Light Your Way Home is een rafelige ballad, meer melancholiek dan boos, meer shoegaze  dan punk. En oprecht i.p.v. op de automaat. Of één klasse track genoeg is om het vertrouwen in Metz te herstellen moeten we nog zien, maar de twijfel is in hun voordeel omgeslagen.

The Vaccines – Pick-Up Full Of Pink Carnations

The Vaccines – Pick-Up Full Of Pink Carnations (Thirty Tigers/Mattan)

Pick-Up Full Of Pink Carnations is het zesde album van The Vaccines en een van de zonnigste die de Londenaren hebben afgeleverd. Het is inmiddels dertien jaar geleden dat we kennismaakten met de band die doorbrak met het sprankelende What Did You Expect from The Vaccines?

Ook nu breek je weer je nek over de meezingbare nummers en dat is toch wel razendknap te noemen. Het is een ouderwetse voeljegoedplaat geworden. Een voeljegoedplaat met tien tracks. Geen echte missers.

Justin Young is met zijn stem in staat een misschien wat mindere track als Another Nightmare naar een wat hoger niveau te tillen. Dat is een van de kwaliteiten van de band die in de loop der jaren wat bezettingswisselingen heeft ondergaan. Alleen Young (ook gitaar) en bassist Árni Árnason zijn nog van de eerste kliek.

Muzikaal zijn er ook nu wel weer wat raakvlakken met The Strokes, The Killers en horen we dat The Vaccines ook nog altijd luisteren naar gitaarrock uit de jaren 60 van de vorige eeuw. De platenhoes maakt het allemaal af. The Vaccines staan dit jaar op Down The Rabbit Hole. Dat wordt dansen geblazen. Pieter Visscher

 

Crumb – AMAMA

Crumb had rijk en beroemd kunnen zijn als ze zich hadden gehouden aan de formule van hun doorbraak hit Locket; een soort mystieke softpop met keyboards, gitaar en vrouwenzang.

Maar dat zit niet in de aard van het bandje. Het kwartet met voorop Lila Ramani valt niet graag in herhaling, is constant op zoek naar nieuwe sferen, geluiden en spirituele inspiratie. Getuige nieuwe single en titelnummer van hun nieuwe album AMAMA heeft die muzikale reis de band naar het Oosten gebracht. Logisch want de familie van Lila komt oorspronkelijk uit India. De stem die je hoort in het intro van AMAMA en ook elders in het nummer is van haar oma. Grootmoeders is ook te zien (en horen) in de clip.

AMAMA word album drie van de band uit Brooklyn. De releasedatum is 17 mei.

Live Review: Buzzard Buzzard Buzzard @ V11, Rotterdam

Live Review: Buzzard Buzzard Buzzard @ V11, Rotterdam
2 april 2024
Tekst: Willem Kamps

Hun heerlijke doordenderende Therapy verleidde mij tot de aanschaf van een toegangsbewijs voor het optreden van Buzzard Buzzard Buzzard in de Rotterdamse V11. Een andere song had ik nog niet van ze gehoord, maar dat moest gewoon goed zitten. En dat zat het ook.

Bij de opener van het optreden bleek meteen dat ik toch meer van ze kende – buiten de songs die ik op YouTube had geluisterd. Ze knalden er namelijk in met Double Denim Hop, dat het enige tijd terug behoorlijk deed in de Graadmeter. Het was toen dus niet tot me doorgedrongen dat ook dat de Buzzards waren. DDH is het meest glamrock-achtige nummer van de band, al proef je dat toch ook wat terug in de andere nummers die werden gespeeld.

Buzzard Buzzard Buzzard komt uit Cardiff en bestaat uit de broers Rees, Tom zang en gitaar, Ed bas en tweede stem, Ethan Hurst op drums en Zac White op gitaar, al was die er niet bij. Wie wel die tweede gitaar bespeelde werd niet duidelijk, noch waarom. Wel dat ie nog ietwat onzeker was, steeds kijkend naar wat Tom deed. Nam niet weg dat hier een goed op elkaar ingespeelde band heerlijk enthousiast en loeistrak stond te spelen.

Tom Rees is de meest charismatische van het stel en leidend in alles. Ondertussen bespeelt hij het publiek met zijn typerende, soms acrobatische houdingen, bekken trekkend, wijzend, loerend en nu en dan met onnavolgbare praat tussen de nummers. Met zijn hoge wat piepende stem – zingend is ie echt voller – spreekt hij in de hoogste versnelling, gelukkig niet in het Welsh, al is zijn Engels ook moeilijk te volgen. Ik verstond nog net Cardiff, Wales, That’s Not England!

Hoogtepunt was, het kon haast niet anders, Therapy, live ingevuld met keihard gitaargeweld, met om en om solerende gitaristen. Je hoort er van alles in terug, tenminste, als je bekend bent met de jaren 70-rock: AC/DC, Thin Lizzy, Cheap Trick, maar wel met dat Glam-jasje, ondanks hun totale casual look. Een naam die ook bij mij naar boven kwam was Be-Bop Deluxe. Op YouTube dacht ik nog aan Supergrass, maar live is het gewoon veel harder.

Het kleine uurtje dat ze speelden was zo voorbij. De V11 was hun eerste Nederlandse optreden, want London Calling, waarvoor zij geprogrammeerd stonden, ging ik 2021 niet door wegens Corona. Zodra ze weer in het land zijn: blind een ticket kopen!

Horse Jumper of Love – Gates of Heaven

Horse Jumper of Love is een indie-trio uit Boston, Massachussetts met al best een lange staat van dienst.

Dat de band ons nooit eerder is opgevallen komt door onoplettendheid van onze kant, maar ook door de geringe ambitie van de slacker-rockers, die blijkbaar genoegen nemen met lokaal succes. Niet dat ze de nu de wereld gaan veroveren met nieuwe single Gates Of Heaven. Maar de song is te sterk om onopgemerkt te blijven. Bandbaas Dimitri Giannopoulos componeerde de troostrijke melodie na de pijnlijke afloop van een relatie en de dood van een vriend. De tekst waarin hij zich afvraagt of hij dit soort onheil aantrekt kwam later. Gates of Heaven dient dus als introductie van een band die te bijzonder is om nog langer te negeren.

Girl and Girl – Mother

Nu we helemaal gewend zijn aan de vibrerende vocalen van Girl and Girl voorman Kai James kunnen we ongeremd genieten van een van de betere en misschien zelfs wel beste Australische band van dit moment.

Mother is de sterke opvolger van Hello. Beide songs laten horen waarom een gerenomeerd label als Sub Pop keihard is gevallen voor de charmes van Girl and Girl. De herkomst van de bandnaam is nog steeds onduidelijk. Van de vier bandleden is er maar één van het vrouwelijke geslacht en die is oud genoeg om de moeder van haar collega’s te kunnen zijn. Aunty Liss staat overigens te boek als een van de beste drummers van het zuidelijk halfrond. Het albumdebuut van Girl and Girl heet Call A Doctor en staat voor 24 mei.