Alles verandert op deze wereld. In hoog tempo. Technologie als toverwoord. We zijn ten prooi gevallen aan de ratrace. Alsof de duvel ons op de hielen zit. Alles verandert. Continu en in de vaart der volkeren. Behalve in Haldern. Waar alles hetzelfde blijft. Waar slechts één ding centraal blijft staan: kwaliteitsmuziek. Ook in 2019 is het programma een verademing, afgezet tegenover het enorme mêlee aan festivals wereldwijd.
Tekst Pieter Visscher, foto’s Andries Makkinga
Al vroeg meesterlijk afgetrapt door onder meer de Duitse pianist Kirill Richter in de kerk van Haldern realiseer je je al snel dat het weer zo’n weekeinde wordt met talrijke muzikale verrassingen. Zo hebben velen mogelijk een negatieve connotatie bij de bandnaam Kadavar (foto) en dat is niet zo gek. De rockgroep uit Berlijn verrast op het hoofdpodium op alle fronten met een sterk door Led Zeppelin en psychdelica beïnvloede sound die het Duitse dorp op zijn grondvesten doet schudden. Drie man sterk zorgen de Duitsers, allang omarmd in metalkringen, voor een vrijwel continue geluidsmuur van smaakvolle stonerbluesrock die net zo verrassend als overdonderend is. Hyperauthentiek kun je het niet noemen, dat is duidelijk. Verpletterend des temeer. Denk ook aan King Gizzard & The Lizard Wizard. Muzikale geestverwanten die vorig jaar ongeveer hetzelfde presteerden op hetzelfde podium, maar zeker niet met z’n drieën. Verrassing van de dag. Wat een zanger ook, die Christoph Lindemann. Gaan we meer van horen.
Stevige techno in een bandsetting brengen doet het uit Oostenrijk afkomstige Elektro Guzzi. Hoeveel er daadwerkelijk live gebeurt is lastig in te schatten, want het accent ligt toch wel heel erg zwaar op de techno, die geregeld opzwepend genoeg is om de uitpuilende Spiegeltent te laten zweten. Wanneer je heel goed je best doet ontwaar je livedrums, gitaar en bas. Muziek voor geoefende oren. Geheide hit ook op de Dance Valleys en Tomorrow Lands van deze wereld. Zonder twijfel.
Robocobra Quartet (foto) is een freejazzformatie uit Engeland die verder gaat dan gelijkgestemden als, bijvoorbeeld, Badbadnotgood en GoGo Penguin. Agressievere benadering van de jazz en ze hebben met drummer/zanger Chris Ryan een opvallende blikvanger in huis. Geestig en to the point. Zet ‘m neer op een willekeurige geitenfuif en je hebt de poppen aan het dansen. Muzikaal is het geregeld rommelig en zijn songstructuren nauwelijks te ontwaren. Desondanks blijf je bij de les. Robocobra Quartet daagt muzikaal uit en dat bevalt. De grenzen van de jazz worden continu opgezocht.
Gurr (foto) is een Duitse drievrouwsformatie die in de klassieke opstelling, met een mannelijke drummer overigens, gitaar, bas en zang/gitaar zowel Duits- als Engelstalige nummers op plaat heeft gezet en die live ten gehore brengt in de Haldern Pop Bar. Die uitpuilt en de door Blondie beïnvloede sound zich laat welgevallen. Poprock met een punky twist. Wie wordt daar niet blij van? Aan het eind van de set crowdsurft een van de twee zangeressen, Andreya Casablanca, gezellig door het raam naar buiten, waar ze vrolijk verder zingt. Het tekent de frivoliteit van de band. Met een fijne cover van Nirvana’s Territorial Pissings wordt afgesloten.
Betere muziek voor de vrijdagnamiddag is nauwelijks denkbaar met Whitney op het podium van de mainstage. Nadat de Australische punkrockformatie The Chats ongelooflijk veel zieltjes wint in de Spiegeltent. Een compact wolkendek houdt de warmte lekker vast, terwijl een bui van betekenis al snel vergeten is. Het platgetrapte grasland kan natuurlijk ook wel wat hebben na al die droogte in Duitsland. De falset van drummer/zanger Julien Ehrlich past nog altijd naadloos in het poppy folkgeluid van de Amerikanen. De inmiddels klassieke hit No Woman voelt al jaren als een wollen deken tijdens koude winternachten. (Hart)verwarmend.
De doorgewinterde opportunist zal zeggen dat Talk Talk niet dood is, maar verplaatst is naar het lichaam van de Canadees Jesse Mac Cormack en geef die opportunist maar eens ongelijk. Vooropgesteld doen hij en zijn band er sterk aan denken en de Spiegeltent leent zich uitstekend voor de breekbare indierock van het gezelschap, dat meer elektronica zal moeten gaan gebruiken om daadwerkelijk in de buurt te komen van Marc Hollis en zijn voormalige kornuiten. Het songmateriaal is mager en Mac Cormack heeft trekjes van een poseur. Vooralsnog een 6-. We blijven ze wel in de gaten houden. Opvallend: wanneer je linksachter in de Spiegeltent naar buiten tuurt, waar de deuren openstaan, en je de in de wei grazende koeien tot je neemt, krijg je toch het gevoel dat Hollis het allemaal oké zou hebben gevonden.
Barns Courtney (foto), in dezelfde tent heeft de moves van Mick Jagger en de stem en de liedjes om een willekeurig schuurfeest aan de gang te krijgen. Gaat elke boerenbruiloft de komende jaren daarnaast op z’n kop zetten en wat is Glitter & Gold een móddervette hit!
The Father John Misty, the Son and the Holy Ghost. In die volgorde ziet Josh Tillman ze graag voorbij komen en het wordt ook nog eens soepeltjes waargemaakt. De man is eigenlijk kind aan huis in Haldern en vinkt alle verwachtingslijstjes opnieuw af, zonder ook maar een spier te verrekken. De zonnebril ophouden, terwijl de koperen ploert al urenlang bier drinkt met de maan en consorten; Hij, ja Hij komt er lachend mee weg. Een bloemlezing van zijn ‘best ofs’ komt voorbij en het tempo ligt in een enkel nummer wat hoger dan op plaat. Noem het verwaand, zelfs megalomaan wanneer je dat wil. Maar plak er ook en vooral de sticker met ‘wereldklasse’ op. Dat verdient-ie. En z’n band ook. Het is eigenlijk abnormaal hoe mooi een nummer als Just Dumb Enough To Try is.
De Amerikaan permitteert zich in eerste instantie alle grappen en grollen achterwege te laten. Interactie nihil en geen haan die ernaar kraait. Tijdens de eerste drie kwartier dan. Want opeens gaat het alsnog los. ‘Be true, not better’, de prachtslogan van Haldern Pop wordt gefileerd en gebruikers van geestverruimende middelen krijgen de teleurstellende mededeling dat in het laatste halfuur slechts stemmige ballads voorbij gaan komen. Dat blijkt reuze mee te vallen. In de finale zit bijvoorbeeld Holy Shit, dat misschien wel het mooiste nummer is dat ooit geschreven is op deze planeet. Vanavond zeker! “Ancient holy wars, dead religions, holocausts. New regimes, old ideas.
That’s now myth, that’s now real.” Ja, houd het maar eens droog. En die stém! Hebben we weer een winnaar dit festivalseizoen? Jazeker.
“This is what five feminists look like!”, vertelt zanger Joe Talbot van de Engelse punkband IDLES op zijn geheel eigen wijze. IDLES schrijf je in kapitalen, terwijl tot op heden niemand weet waarom. Maar met teksten over liefde in allerlei opzichten, waaronder plooineuken, gloryholes en wat niet meer zij, kunnen ze wonderwel uit de voeten. Ze brengen een geheel terechte ode aan Stefan Reichmann, de grote drijvende kracht achter Haldern Pop, dat het jaar in jaar uit presteert de crème de la crème van de hedendaagse indiepop en -rock te programmeren. Bands als Muse en Editors stonden op het affiche in het gemoedelijke Duitse dorpje, waar de boer zijn koeien dus nog gezellig in de wei laat grazen. We zien dat zo graag. Waar nog altijd een sigarettenautomaat hangt, die niet wordt vernield cq opengebroken. Waar Jan Terlouws touwtjes nog uit brievenbussen hangen en pils in de lokale bar nog sympathiek geprijsd is. IDLES, Engelse punkers die groot geworden zijn door normaal te blijven, passen naadloos binnen dat geheel. Alhoewel, wat is ‘normaal’ binnen de vigerende rockkaders? Wat is überhaupt normaal? Niets zo arbitrair als dat woordje, wees eerlijk. Gitarist Mark Bowen hangt opnieuw de clown uit in zijn spectaculaire Hawaïaanse zwembroekje. IDLES heeft een punkattitude die elke rechtgeaarde muziekliefhebber bevalt. Goudeerlijk, onbevangen en recht door zee komt zelfs een kort Nothing compares to you-intermezzo uit de verf.
Zoals de organisatie van Haldern al zo vaak flikte, werd ook Fontaines D.C. (foto) al vastgelegd voordat er maar een single uit was van de band. Zo stond al in een vroeg stadium vast dat de Ieren in de Spiegeltent zouden spelen. Die was met de kennis van nu te klein. Veel te klein. Er staat een rij voor de tent die de komende jaren niet meer uit de boeken gaat. Binnen puilt het uit en is het van de eerste tot de laatste noot urgent wat de Dublinse formatie laat zien en horen. Zanger Grian Chatten is een autistischer versie van Ian Curtis en maakt kilometers op het podium, zijn woorden zet hij kracht bij met wilde armgebaren. Het hele album wordt gespeeld, terwijl een grote massa voor het podium wild danst en pogoot. “My childhood was small, but I’m gonna be big!”, is de overtuiging. Ieren met bravoure. Ze hebben het geflikt inmiddels. Fontaines D.C. is een wereldband.
Mooi om te zien hoe de besnorde bassist van Pictures (foto) opgaat in de muziek van zijn band. Pictures is die band uit Berlijn die het doet met twee zangers en op z’n plek is in de knusse Haldern Pop Bar, waar het Duitse bier rijkelijk vloeit. Pictures doet het zonder al te veel interactie met het volle café, speelt een degelijke indierockset en wint aan sympathie per nummer. Zelfs wanneer “Are you fuckers ready?!”, wordt geschreeuwd. We interpreteren het als een koosnaampje. Neuken doen de meesten immers wel op deze planeet.
Spinvis is ook in Haldern en niet voor de eerste keer. Het hoofdpodium is geen onbekend terrein voor de Nieuwegeiner die steeds opzichtelijker flirt met Duitsland en gelijk heeft-ie. De taal is prachtig en hij is ze machtig. De nichemuziek van Erik de Jong en consorten valt al jarenlang goed in de smaak bij onze oosterburen en Erik is niet te beroerd de boel in het Duits gezellig aan elkaar te babbelen en een Duitstalig nummer te zingen om zich nog wat steviger te nestelen. De prachtige Merel, rode jurk, op viool, blijft Spinvis’ paradepaardje. Het oog wil ook wat. Een enkele hit van Spinvis komt vertaald net zo goed uit de verf. Het wordt gewaardeerd.
Ja vaders in den lande, houd uw dochters thuis wanneer Daughters het podium bestijgt. De Amerikanen houden het midden tussen IDLES en Fontaines DC, hoewel eerstgenoemde qua furiositeit een stuk dichter in de buurt komt. METZ en Vietcong kunnen we eraan toevoegen. Niet al te melodieus, verre van superopwekkend, maar heerlijk agressief. Daar kunnen we wat mee op deze verdwaasde planeet. Punkrock die wat extra verkeersboetes oplevert. Eet die microfoon nou niet op, jongen.
Opmerkelijkste gasten op het hoofdpodium zijn misschien wel de drie van Khruangbin, die laidback soulvolle gitaarliedjes brengen met drums en bas. De zang is minimaal. Meestal geen tekst. Zo nu en dan slechts één woord. Welcome, bijvoorbeeld. Hoogstwaarschijnlijk ook de titel van het nummer. Ook opvallend: bassiste/zangeres (gaat continu door de knieën) en gitarist hebben hetzelfde kapsel. De drummer is kaal.
Na de aan Guru herinnerende hiphop van oude bekende Loyle Carner op het hoofdpodium mag Patrick Watson zijn fluisterpopkunsten vertonen in de Spiegeltent. Tijdens enkele nummers geholpen door een enorm mannen- en vrouwenkoor. Watson rockt ook zo nu en dan en daar is hij beter in. Achter de piano is hij het meest in zijn element en ontstaan de fraaiste dingen. Zijn hysterische lachje zo nu en dan wordt mogelijk door geestverruimende middelen veroorzaakt. We houden dat in het midden.
Michael Kiwanuka is een van de headliners op de poster van Haldern 2019 en maakt zijn status moeiteloos waar. De “black man in a white world” is een net zo begenadigd zanger als gitarist en zijn met politiek en maatschappelijke toestanden doordrenkte nummers gaan erin als koek bij het publiek op de afgeladen weide. Waar de temperatuur een uur voor middernacht nog heerlijk behaaglijk is. Opnieuw een uitdagend, spannend en verrijkend muziekweekeinde. Om in te lijsten. We blijven het gewoon zeggen: Haldern Pop is het beste festival ter wereld.