Lambrini Girls – God’s Country

Punk tiert op zijn weligst ten tijde van sociaal-economische nood. Wie de Britse politiek ook maar zijdelings volgt weet dat het daar een zooitje is. Een komen en gaan van prime ministers, schandalen die onze toeslagenaffaire doen verbleken, een noodlijdend zorgstelsel en nog veel meer misstanden die voor een belangrijk deel het gevolg zijn van de Brexit. Dus schieten de (post)punkbands als paddenstoelen uit de grond.

Een van de betere maatschappelijk geëngageerde bands die zich roeren is Lambrini Girls. Het trio injecteert hun protestsongs met een gezonde dosis feminisme. En humor. Eerdere singles hebben titels als Lads Lads Lads, Boys In The Band en Help I’m Gay. Het nieuwste muzikale manifest van Lambrini Girls heet God’s Country en is een update van God Save The Queen van The Sex Pistols. De dames ageren tegen het rampzalige beleid van de Tories en de flirt van de conservatieven met populisme en fascisme. Waar blijven de Nederlandse Lambrini Girls?

Ga ze zien op Dauwpop 24.

Lambrini Girls – God’s Country

Punk tiert op zijn weligst ten tijde van sociaal-economische nood. Wie de Britse politiek ook maar zijdelings volgt weet dat het daar een zooitje is. Een komen en gaan van prime ministers, schandalen die onze toeslagenaffaire doen verbleken, een noodlijdend zorgstelsel en nog veel meer misstanden die voor een belangrijk deel het gevolg zijn van de Brexit. Dus schieten de (post)punkbands als paddenstoelen uit de grond.

Een van de betere maatschappelijk geëngageerde bands die zich roeren is Lambrini Girls. Het trio injecteert hun protestsongs met een gezonde dosis feminisme. En humor. Eerdere singles hebben titels als Lads Lads Lads, Boys In The Band en Help I’m Gay. Het nieuwste muzikale manifest van Lambrini Girls heet God’s Country en is een update van God Save The Queen van The Sex Pistols. De dames ageren tegen het rampzalige beleid van de Tories en de flirt van de conservatieven met populisme en fascisme. Waar blijven de Nederlandse Lambrini Girls?

Ga ze zien op Dauwpop 24.