Steven Wilson van Porcupine Tree heeft de release van zijn nieuwe soloalbum vooraf laten gaan door een tweetal singles die zo ingewikkeld waren dat alleen zijn grootste fans er op aansloegen.
Wij eenvoudig indie-volk raakten ervan van slag. Dus wie schetst enzovoort toen we albumtrekker nummer drie onder oren kregen. Het eerste dat opvalt is dat Steve de vocale honneurs dit keer deelt met de Israëlische zangeres Ninet Tayeb. Samen zingen ze een classic rocksong die Ninet de ruimte geeft haar volle register in te zetten. Ze blijkt over een zeldzaam volume te beschikken. Vaak gaat luid zingen ten koste van subtiliteit en bezieling, maar Ninet weet zich en haar stem te beheersen. Met de gitaarsolo aan het slot begeeft Wilson zich op Pink Floyd terrein en zou je willen dat Rock Bottom veel langer zou duren dan een luttele vier minuten.
EMINENT SLEAZE is de tweede track van het aanstaande nieuwe album van Steven Wilson. Met zijn grote productie, uitgebreide arrangementen, talloze tempowisselingen en prominente leadzang klinkt de opvolger van Personal Shopper als een track uit een rockopera. Dat gaat een stevige zit worden, Future Bites, het nieuwe album van de voormalige voorman van Porcupine Tree.
Maar we hadden het niet anders willen hebben. Muzikanten als Wilson die zich geen zier aantrekken van wat hip of gangbaar is, maar onverdroten hun eigen muzikale wereld creëren zijn een schaars goed in deze op consumptie gerichte tijd.
En daarmee hebben we gelijk het thema te pakken van het nieuwe epos van de progressief rockende Brit. In interviews laat Wilson doorschemeren dat hij wel weet wel dat ook hij de wereld niet gaat veranderen. Maar dat belet hem niet om toch een poging te doen, zijn zegje te zeggen. Dat wordt gewaardeerd. Net als zijn muziek.
Steven Wilson was de mainman van Porcupine Tree. Met die band liet Wilson al horen niet echt in hokjes te denken. Onder eigen naam hanteert hij een nog breder palet aan smaken en stijlen. Maar welk pad Wilson ook verkent, ouderwetse instrumentbeheersing staat altijd voorop. Dat maakte hem een gewilde sparringpartner van acts als King Crimson, Jethro Tull en Tears For Fears.
Al zijn projecten meegerekend bevat de Steven Wilson collectie nu meer dan 30 albums. Aangezien zijn meest recente solo-album alweer zo’n jaar of drie oud is, is het weer tijd voor nieuw werk. Het -als we goed geteld hebben- tiende studioalbum van de inmiddels 52 jarige multi-instrumentalist heet Steven Wilson x The Future Bites en staat voor half juli..
Om alvast in de stemming te komen heeft Wilson Personal Shopper vrij gegeven. Als de single de album-lading enigszins dekt, wordt Wilson’s nieuwe langspeler een rockopera of op zijn minst een conceptalbum.
Het dik negen minuten durende Personal Shopper wordt voortgestuwd door elektronica, maar vrees niet fans de EDM wordt ver buiten de deur gehouden. De tekst is een aanklacht tegen de consumptiemaatschappij. Als Personal Shopper ergens aan doet denken dan is het aan The Wall van Pink Floyd of War Of The Worlds van Jeff Wayne. Redelijk retro dus. Of tijdloos, dat kan je ook zeggen.
Steven Wilson was de mainman van Porcupine Tree. Met die band liet Wilson al horen niet echt in hokjes te denken. Onder eigen naam hanteert hij een nog breder palet aan smaken en stijlen. Maar welk pad Wilson ook verkent, ouderwetse instrumentbeheersing staat altijd voorop. Dat maakte hem een gewilde sparringpartner van acts als King Crimson, Jethro Tull en Tears For Fears.
Al zijn projecten meegerekend bevat de Steven Wilson collectie nu meer dan 30 albums. Aangezien zijn meest recente solo-album alweer zo’n jaar of drie oud is, is het weer tijd voor nieuw werk. Het -als we goed geteld hebben- tiende studioalbum van de inmiddels 52 jarige multi-instrumentalist heet Steven Wilson x The Future Bites en staat voor half juli..
Om alvast in de stemming te komen heeft Wilson Personal Shopper vrij gegeven. Als de single de album-lading enigszins dekt, wordt Wilson’s nieuwe langspeler een rockopera of op zijn minst een conceptalbum.
Het dik negen minuten durende Personal Shopper wordt voortgestuwd door elektronica, maar vrees niet fans de EDM wordt ver buiten de deur gehouden. De tekst is een aanklacht tegen de consumptiemaatschappij. Als Personal Shopper ergens aan doet denken dan is het aan The Wall van Pink Floyd of War Of The Worlds van Jeff Wayne. Redelijk retro dus. Of tijdloos, dat kan je ook zeggen.
Steven Wilson (Porcupine Tree, no-man) kondigt zijn zesde soloalbum THE FUTURE BITES aan. Dit werk is de opvolger van To The Bone (2017) en verschijnt op 12 juni.
Als opwarmer lanceert Wilson een 10-minuten-durende Moroder-esque tour de force PERSONAL SHOPPER.
In THE FUTURE BITES onderzoekt Wilson hoe het menselijke brein geëvolueerd is in het Internettijdperk. De luisteraar bevindt zich middenin de 21ste eeuw, een wereld vol verslavingen. Ontluikende technologie, publieke experimenten, manipulatieve social media, het verdwijnen van het individu,.. Maar THE FUTURE BITES is geen visie op een naderende dystopie, eerder een nieuwsgierig inzicht op het hier en nu.
THE FUTURE BITES is een ronduit schitterend geheel, met zowel electronica als akoestische elementen, groovy baslijnen, duistere funk,… geproducet door Wilson zelf en David Kosten (Bat For Lashes, Everything Everything).
THE FUTURE BITES tracklisting
1. UNSELF
2. SELF
3. KING GHOST
4. 12 THINGS I FORGOT
5. EMINENT SLEAZE
6. PERSONAL SHOPPER
7. MAN OF THE PEOPLE
8. FOLLOWER
9. ANYONE BUT ME
Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de beste albums van het moment samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.
De kroniek van de nieuwe muziek
Door Robert van Gijssel
Het is feest in de platenzaak. Na de gebruikelijke zomerluwte, waarin we vooral leuke compilaties konden kopen van Elvis tot The Beach Boys, vlogen de grote nieuwe platen ons de laatste weken weer om de oren. Wie vorige week zaterdag naar bijvoorbeeld een Plato, Sounds, Elpee of Concerto ging, kon zich voegen in een lange rij voor de kassa. En hopen dat er nog een exemplaartje van de nieuwe War on Drugs, Queens of the Stone Age of Steven Wilson verkrijgbaar was.
Want met name die drie releases sprinten nu de winkel uit, vooral op vinyl. In verschillende luxe-varianten: de nieuwe plaatkoper heeft graag wat te kiezen. Ondergetekende koos bij zijn The War on Drugs voor een ‘indie only’-versie, in gelimiteerde oplage met colaflesjeskleurig vinyl. Als je een muzieknerd bent, moet je er soms ook werk van maken.
De opkomst van de Amerikaanse indieband The War on Drugs is een van de mooie verhalen van de pop van de afgelopen jaren. De lang uitgesponnen, bijna terloopse gitaarliederen van Adam Granduciel hakten er op de vorige plaat Lost in the Dream zo in, bij een heel breed poppubliek, dat de band zichzelf inmiddels ver is ontstegen. The War on Drugs tekende bij de grote platenmaatschappij Warner, deed het de afgelopen jaren goed als headliner op festivals en staat in november twee avonden achtereen in een uitverkochte Afas Live in Amsterdam. Met de prachtige nieuwe plaat A Deeper Understanding in de bagage. In een interview in de Volkskrant verklaart Granduciel de schoonheid van zijn muziek en vooral de paradoxale, want droevig-opgewekte toon van zijn liedwerk: ‘Ik heb mijn melancholie en somberte voor me laten werken, ben constructiever met ze omgesprongen, want ik was er van overtuigd dat ze me aan een mooie plaat konden helpen.’
Josh Homme van Queens of the Stone Age, een van de laatste grote rockbands, zocht op zijn nieuwe plaat Villains de samenwerking met producer Mark Ronson. Een popproducer dus, bekend van bijvoorbeeld het blinkende hitwerk van Bruno Mars. De fans zagen de nieuwe plaat om die reden met angst en beven naderen, maar de vrees blijkt ongegrond. Villains is een knisperige, scherpe rockplaat met lekker compacte songs. In een Volkskrantinterview zegt Josh Homme dat we niet bang hoeven zijn dat de rock binnenkort uitsterft, bij het geweld van dance, r&b en hiphop: ‘Ik zou niet weten hoe ik zonder rock zou moeten leven. De troost die ik krijg van een snerpende gitaar, een goed liedje en een mooi koortje, is onbetaalbaar.’
Nog een plaat die de gemoederen van vooral de idolate fans bezighoudt: To The Bone van Steven Wilson. De Britse progrockgod weet best wat zijn fans het liefst willen horen: lange, technische en progressieve rockstukken, waarbij de emoties hoog mogen oplopen. Met dat werk is hij al jaren de aanjager van de moderne progrock, en staat hij zelfs op een eerbiedwaardig jazzfestival als North Sea Jazz. Maar op zijn nieuwe album eert Wilson de mooi gearrangeerde, gelikte pop uit zijn jeugd, van Peter Gabriel tot Kate Bush en Tears for Fears. De kwaliteit is torenhoog, ook in Abba-achtige liedjes als Permanating, maar de liefhebber krabt zich er wel wat bij achter de oren. Een beetje té catchy? Maar toch is het een knappe plaat, die je toch vaker opzet dan je had verwacht na die eerste draaibeurt.
Andere toppers: de Brits-Japanse producer Maya Jane Coles neemt ons mee naar de eighties en de postpunk, bij mistige dubstep en triphop. De tracks op haar album Take Flight doen soms wat denken aan de sombere technopop van de Deen Trentemøller.
Lees hieronder alle cd-reviews van de albums van het moment volgens de redactie van de Volkskrant.
—
Iron & Wine – Beast Epic (Sub Pop/Konkurrent)
Sam Beam heeft er even voor nodig gehad, maar hij is weer terug bij het akoestische, pastorale geluid waarmee hij vijftien jaar geleden voor het eerst van zich deed spreken. En hij is ook terug bij het label dat zijn muziek onder de naam Iron & Wine voor het eerst uitbracht, Sub Pop.
Door: Gijsbert Kamer
Beast Epic, het eerste Iron & Wine-album in vier jaar, is misschien wel het mooiste album van Beam geworden. Zijn soms wat omfloerste stem kleurt fraai bij de warme instrumentaties, die niet zozeer sober zijn, als wel heel precies gearrangeerd. Op zijn recente platen Kiss Each Other Clean (2011) en Ghost on Ghost (2013) wilde Beam zich nog weleens verliezen in een te dik aangezette sound. Alsof hij bang was in het hoekje van wat al te zalvende singer-songwriters te worden neergezet.
Het knappe van de liedjes op Beast Epic is dat ze niet zo kaal geproduceerd zijn, maar dat de zang altijd het belangrijkste blijft. Een beetje hees en doorleefd zoals Ray LaMontagne dat kan, zingt Beam zijn mooie teksten waarin religie, natuurobservaties en moeizame liefdesverhoudingen steeds terugkeren.
Nog altijd is Beam geen man van grote gebaren, het zijn juist de details die zijn liedjes kleur geven. Zoals even die jankende pedal steel aan het slot van Our Light Miles. Heel in de verte, maar des te doeltreffender.
Zo vallen gaandeweg meer mooie vondsten op. Op dit zesde Iron & Wine album weet Sam Beam zelfs het eenvoudigste kloppen op de klankkast van zijn gitaar een grote zeggingskracht te geven.
together PANGGEA – Bulls and Roosters (Nettwerk/V2) Met een ogenschijnlijk gemak tovert de Californische band Together Pangea de ene na de andere puntige garagerocker tevoorschijn. In Nederland leerden we de band kennen met het album Badillac (2014) en enkele even rommelige als vurige optredens. Bulls And Roosters klinkt gepolijster, maar de referenties zijn hetzelfde gebleven. Het ene moment spetterende jarenzestigbeat, die soms klinkt als een vroege single van The Animals (The Cold, met een fijn kunstfluitrefrein), dan weer een hitgevoelige bewerking van een oud Black Lips-liedje (Kenmore Ave).
Door: Gijsbert Kamer
Dat resulteert in lekker snerende zang, gitaren die steeds sprankelen en een trits liedjes die je domweg niet uit je hoofd krijgt, zoals Money on It. Het is meer pop dan punk, maar zo’n prettig ratelend gitaarintro als dat van Better Find Out hebben we sinds de eerste singles van de Buzzcocks veertig jaar geleden veel te weinig meer gehoord.
Niks nieuws, wat Together Pangea hier voorschotelt. Maar zelden komen er anno 2017 in een klein half uur zo veel sterke en vrolijk stemmende powerpopliedjes voorbij als op Bulls And Roosters.
Triggerfinger – Colossus (Mascot) Vanaf het debuutalbum uit 2004 wordt de Vlaamse rockband Triggerfinger vergeleken met Queens Of The Stone Age (QOTSA), met de aantekening dat het trio uit Lier en Antwerpen rond 2010 veel leuker was dan QOTSA: melodieuzer, minder nors, live uitstekend.
Door: Menno Pot
Colossus is het vijfde studioalbum en hoewel Triggerfinger het epigonisme allang is ontstegen, is er nog wel een parallel: het geluid van beide bands is poppier geworden, minder gruizig, eclectischer, niet zelden een soort ‘heavy funk’.
Het heeft het veelzijdigste Triggerfinger-album tot dusver opgeleverd, met een puike single (Flesh Tight), een mooi akoestisch rustmoment (Afterglow) en meer sterke momenten, maar ook een aantal fletsere (Breathlessness) en een wat te melige finale.
De plaat zal ongetwijfeld weer leiden tot sterke optredens (binnenkort is de band te horen op Appelpop in Tiel en Helldorado in Eindhoven), want optreden is en blijft Triggerfingers grootste kracht.
Maya Jane Coles – Take Flight (I/AM/ME) Een jaar of zeven geleden werd de Brits-Japanse dj en producer Maya Jane Coles in de ‘blogosphere’ gebombardeerd tot grote belofte voor de dance. Ze werd gesampled door Nicki Minaj en gevraagd voor deftige mixalbums als Fabric en DJ-Kicks.
Door: Robert van Gijssel
Daarna traden jaren van stilte in. Nu blijkt waarom. Coles heeft in alle rust gewerkt aan een enorm tweedelig album met maar liefst 24 tracks.
Op de eerste plaat mixt ze house, dubstep en triphop met zalig grommende basgitaren uit de postpunk. Sterke tracks als Weak en Darkside doen wat denken aan het sombere werk van de Deen Trentemøller. Ook omdat Coles’ lichtvoetige, vocale refreinen bouwt op donkere en onheilspellende ondertonen en daarmee dus een fijn en mistig popmuzikaal sfeertje creëert.
Het tweede album is minder spannend en gezien de monotone vierkwartsmaten meer gericht op de dansvloer. Passing Me By bijvoorbeeld is een heerlijke housetrack, vol leuke vocale haakjes. Maar halverwege plaat twee dwalen de gedachten toch wat af.
The War on Drugs – A Deeper Understanding (Atlantic/Warner) Op 1 en 2 november stroomt de AFAS Live in Amsterdam vol voor The War On Drugs: 11 duizend mensen, wie had dat drie jaar geleden gedacht? De band rond Adam Granduciel uit Philadelphia (bezig sinds 2005) was zo’n indiegeval waarvoor een volle Paradiso het hoogst haalbare leek.
Door: Menno Pot
Maar toen verscheen Lost in the Dream, het derde album: een dromerig, omfloerst, gedragen rockalbum met liedjes (en een hese stem) die Dylan, Springsteen en Petty in herinnering riepen. Plots was The War On Drugs een grote naam en het nieuwe, vierde album A Deeper Understanding dus een grote release (via majorlabel Warner).
Granduciel trekt de lijn door: nog weidser klinkende songs over vertwijfeling en vergankelijkheid, die vaak komen aanzeilen op een bedje van toetsen, die bij The War On Drugs een haast continue, bedwelmende onderstroom vormen.
Veel moois werd al als single vrijgegeven: Holding On, Strangest Thing en het schitterende, elf minuten lange Thinking of a Place, met prachtig galmende gitaarmonoloog. Maar er is meer: In Chains, het gloedvolle slotstuk You Don’t Have to Go.
Je kunt zeggen dat ze veel op elkaar lijken, die nummers van The War On Drugs met die synthetische drumbeat die onverstoorbaar rechtuit gaat, maar dat draagt juist bij aan de betovering: een sereen, melancholiek geluid als een Amerikaanse roadmovie in sepia.
Queens of the Stone Age – Villains (Matador/Beggars) Er ligt een nieuw ‘Queens’-album (het zevende), waarnaar fans van de woestrijnrockband uit Californië met lichte zorg uitkeken sinds bekend werd dat Mark ‘Uptown Funk‘ Ronson het zou produceren.
Door: Menno Pot 25 augustus 2017
Wat ging die Britse popprins met de ‘QOTSA’-sound doen? Alleen maar goede dingen, blijkt nu, want Villains is nog beter dan de sterke voorganger (…Like Clockwork, 2013) en véél beter dan de lompe rockplaten van rond 2006. Ronson trok de sound prachtig strak: lekker droog, met drumklappen als hamers op aambeelden.
De songs zijn springerig, funky, soms dansbaar, maar altijd typisch Queens, met ruimte voor dat beetje waanzin dat de band ooit zo spannend maakte. Frontman Jos Homme heeft het chagrijn afgeschud. De Queens Of The Stone Age is hier een dynamische, avontuurlijke rockband met een mooi lucide geluid, vitaler en eigentijdser dan ooit. Op 12 november komen ze naar de Ziggo Dome.
Steven Wilson – To The Bone (Caroline)
Steven Wilson is de grote man van de moderne progressieve rock. Hij is ook een beetje een popprofessor. Nu kunnen professoren soms wat eigenwijs zijn en dat is Wilson ook op zijn vijfde soloalbum To The Bone.
Door: Robert van Gijssel 25 augustus 2017
Hij probeert de acceptatiegrenzen van zijn volgelingen op te rekken met een plaat die is geïnspireerd op de ambachtelijk geproduceerde jarentachtigpop uit zijn jeugd. En je pikt de voorbeelden, van Kate Bush’ Hounds of Love tot Peter Gabriels So, er zo uit. Helaas niet altijd tot genoegen. De zogenaamd rauw geproduceerde slaggitaartjes, de galmende drums en de mondharmonica in het titelnummer klinken wat belegen.
Daarna wordt het snel beter. Wilson weet zijn melodieuze zanglijnen, die nog altijd lijken overgewaaid uit het Genesis- en Alan Parsonstijdperk, te verpakken in een paar compacte en gelikte popsongs. Zoals Nowhere Now en vooral Refuge, een gedragen pianolied dat uitmondt in een partij technische gitaarrock. Zo kennen we Wilson weer, constateer je dan opgelucht. Om je daarna rot te schrikken bij Permanating, een héél glad popliedje dat doet denken aan Pet Shop Boys en Abba.
Zo slingert Wilson heen en weer op deze toegankelijke, maar voor de liefhebbers wat dwarse popplaat. In het onverbloemd progressief rockende epos Detonation horen we Wilson in volle glorie: lumineuze jazzrock in een symfonisch uitgebouwde compositie, die dankzij de emotionele zangpartijen van Wilson en een schitterende jazzgitaarsolo ook bij de keel grijpt. Zo horen we hem toch het liefst.
Grizzly Bear – Painted Ruins (Sony Music) Ze leken volledig uit zicht te zijn geraakt, de vier muzikanten uit Brooklyn die als Grizzly Bear acht jaar geleden de indierock-wereld in hun greep hielden met het album Veckatimest.
Door: Gijsbert Kamer 18 augustus 2017
Daarop wist de band een prachtige combinatie van barokke piano, soepele jazzy ritmes en dromerige akoestische folk te laten samenvloeien in een unieke eigen sound. Het sterkste wapen was de zang van Ed Droste en Daniel Rossen. De stemmen vonden elkaar in harmonieën met een zuiverheid die daarvoor hooguit door de broers Everly of Wilson werd bereikt.
De belofte van een liedje als Two Weeks werd op het daaropvolgende album Shields (2012) eigenlijk niet ingelost. Een pauze van vijf jaar heeft Grizzly Bear goed gedaan, want op Painted Ruins, hun eerste plaat op het grote Sony-label, komt alles prachtig samen.
De luisteraar wordt meteen bedwelmd door wonderschone samenzang in Wasted Acres dat ook nog eens is gearrangeerd als de Beach Boys op hun mooist. Net als Fleet Foxes en Midlake op hun beste momenten weet Grizzly Bear wat stoffige folkrock een fraai hedendaags geluid te geven en te betoveren met hemelse zang. Maar daarbovenop zoeken ze in hun composities ook naar nieuwe geluiden, combinaties van instrumenten en akkoorden op een manier die we eigenlijk alleen van Radiohead kennen.
De wijdlopige jazzy drums in Three Rings, het meanderende gitaarmotiefje in Cut-Out: het zijn van die details waarmee Painted Ruins je tijdens het luisteren imponeert. Bovendien is de plaat razendknap opgebouwd. Langzaam toewerkend naar het stevige, bijna ontsporende Aquarian om dan voorzichtig af te bouwen, op zoek naar het verdwijnpunt in het afsluitende Sky Too Hold.
Shelby Lynne & Allison Moorer – Not Dark Yet (Thirty Tigers/Bertus) De zingende zussen Shelby Lynne en Allison Moorer hebben een afschuwelijk familieverleden. Hun gewelddadige vader vermoordde hun moeder, in het bijzin van de kinderen, en schoot zich daarna door het hoofd.
Door: Robert van Gijssel 18 augustus 2017
Het is misschien niet de bedoeling, maar je zoekt op deze eerste gezamenlijke plaat toch de verwijzingen naar dat drama. Zelfs al zingt het duo vooral covers. Wat te denken van de countryballade-uitvoering van Dylans Not Dark Yet, en zinnen als: ‘Sometimes my burden is more than I can bear. It’s not dark yet, but it’s getting there.’
De stemmen van de zussen kleuren geweldig samen, al springt de schitterende countrysoulstem van Shelby Lynne er toch wel bovenuit. Bewonderenswaardig, hoe de zussen popliedjes als Lithium van Nirvana en My List van The Killers weten om te bouwen tot een geloofwaardige rootsversie.
Echt spannend wordt het bij het zelfgeschreven en huiveringwekkende lied Is It Too Much, dat gaat over het onverbreekbare verbond tussen de zussen: ‘No one else bears this heavy load. Is it too much, to carry in your heart?’ Akelig mooi.
Dizzee Rascal – Raskit (Island/Universal) Nederland raakt er niet zo opgewonden van, maar in Engeland beleeft de Londense hiphopvariant grime, populair rond 2004, een opleving. Oudgediende Skepta won met Konnichiwa de Mercury Prize van 2016, pionier Wiley keerde begin dit jaar sterk terug, jongeling Stormzy maakte diepe indruk met het uitstekende Gang Signs & Prayer.
Door: Menno Pot 4 augustus 2017
Het wachten was op Dizzee Rascal, die in 2003 vooropliep en met zijn debuut Boy In Da Corner de Mercury Prize won. Met Raskit, zijn zesde album, keert hij (anders dan zijn concurrenten) niet terug naar de met ‘U.K. garage’ en junglebeats gelardeerde struikelhiphop die grime dertien jaar geleden was, maar meet hij zich overtuigend een internationaler geluid aan. In sterke tracks als Wot U Gonna Do? of The Other Side zou je hem, als je zijn tongval even negeert, muzikaal voor een Amerikaan kunnen houden.
De winst van die aanpak is een zekere rust in de beats, zodat de aandacht naar zijn raps gaat en we kunnen horen hoe snel en virtuoos hij zijn woorden mitrailleert, zonder dat het zijn flow ondermijnt.
Muzikaal is Stormzy’s Gang Signs & Prayer wat spannender (en vooral Engelser) maar geen grime-kopstuk, jong of oud, rapt zo goed als Dizzee Rascal.
Luister hier naar de vorige editie!
Volkskrant Radio – augustus 2017
Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!
Oté Maloya – Diverse Artiesten, Tyler the Creator – Flower Boy, Bedouine – Bedouine, Jay-Z – 4:44, A Blaze of Feather – A Blaze of Feather, Shabazz Palaces – Quazarz: Born On A Gangster Star, Decapitated – Anticult, Broken Social Scene – Hug Of Thunder, Calvin Harris – Funk Wav Bounces Vol. 1.
Nederland is vanaf begin februari een nieuwe hitlijst rijker: de Vinyl33. Record Store Day Nederland breidt daarmee haar activiteiten, met de onafhankelijke platenzaak als middelpunt, verder uit.
We draaien zo veel mogelijk nieuwe releases, de hoogste nieuwe binnenkomer, de klimmer van de week en uiteraard draaien we elke week de #1.
Tune dus vrijdagavond om 20:00 uur in en luister naar de Vinyl33 op Pinguin Radio.
Vinyl 33 is een wekelijkse chart voor de werkelijke vinylverkopen in Nederland. De lijst wordt samengesteld door onderzoeksbureau Gfk Nederland, tevens uitgever van de Dutch Charts. De Gfk-cijfers geven een representatief beeld van alle albums die op vinyl verkocht worden in heel Nederland.
Esther Vollebregt van Record Store Day Nederland: “In september vorig jaar zijn we begonnen om als Stichting Record Store Day meer activiteiten op te zetten dan alleen die ene speciale zaterdag in april. We bereiken voorafgaand aan en op die dag duizenden muziekliefhebbers, die graag een platenzaak bezoeken. Zonde om daar niet iets meer mee te doen.”
—–
Vinyl33 – 1 september – week 35 / 2017
DW
VW
AW
ARTIEST
TITEL
LABEL
1
—
1
THE WAR ON DRUGS
A DEEPER UNDERSTANDING
ATLANTIC
2
—
1
QUEENS OF THE STONE AGE
VILLAINS
MATADOR
3
—
1
TRIGGERFINGER
COLOSSUS
MASCOT
4
1
▼
2
STEVEN WILSON
TO THE BONE
CAROLINE
5
2
▼
5
ARCADE FIRE
EVERYTHING NOW
COLUMBIA
6
18
▲
10
RADIOHEAD
OK COMPUTER OKNOTOK 1997-2017
XL
7
3
▼
6
LINKIN PARK
HYBRID THEORY
WARNER BROS.
8
RE
▲
3
MICHAEL JACKSON
THRILLER
EPIC
9
10
▲
4
RAGE AGAINST THE MACHINE
RAGE AGAINST THE MACHINE
EPIC
10
6
▼
2
GRIZZLY BEAR
PAINTED RUINS
RCA
11
13
▲
14
THE BEATLES
SGT. PEPPERS LONELY HEARTS CLUB BAND
EMI
12
14
▲
4
COLDPLAY
KALEIDOSCOPE EP
PARLOPHONE
13
12
▼
29
BOB MARLEY & THE WAILERS
LEGEND
ISLAND
14
9
▼
7
KENDRICK LAMAR
DAMN.
INTERSCOPE
15
25
▲
30
MILES DAVIS
KIND OF BLUE
SONY
16
16
–
26
NIRVANA
MTV UNPLUGGED IN NEW YORK
GEFFEN
17
32
▲
11
AMY WINEHOUSE
FRANK
ISLAND
18
—
1
IRON & WINE
BEAST EPIC
SUB POP
19
19
–
6
FLEETWOOD MAC
GREATEST HITS
WARNER BROS.
20
7
▼
21
NIRVANA
NEVERMIND
GEFFEN
21
11
▼
3
R.E.M.
OUT OF TIME – 25TH ANNIVERSARY EDITION
CONCORD
22
RE
▲
4
WU-TANG CLAN
ENTER THE WU-TANG – 36 CHAMBERS
RCA
23
—
1
MICHAEL JACKSON
OFF THE WALL
EPIC
24
27
▲
10
MICHAEL JACKSON
BAD
EPIC
25
15
▼
22
PINK FLOYD
THE DARK SIDE OF THE MOON
PARLOPHONE
26
RE
▲
12
JOY DIVISION
UNKNOWN PLEASURES
LONDON
27
8
▼
26
ED SHEERAN
÷ [DIVIDE]
ATLANTIC
28
RE
▲
4
IMAGINE DRAGONS
EVOLVE
INTERSCOPE
29
RE
▲
10
FLEETWOOD MAC
RUMOURS
RHINO
30
RE
▲
24
THE ROLLING STONES
BLUE & LONESOME
POLYDOR
31
RE
▲
7
DAVID BOWIE
THE RISE AND FALL OF ZIGGY STARDUST AND THE SPIDERS FROM MAR
Nederland is vanaf begin februari een nieuwe hitlijst rijker: de Vinyl33. Record Store Day Nederland breidt daarmee haar activiteiten, met de onafhankelijke platenzaak als middelpunt, verder uit.
We draaien zo veel mogelijk nieuwe releases, de hoogste nieuwe binnenkomer, de klimmer van de week en uiteraard draaien we elke week de #1.
Tune dus vrijdagavond om 20:00 uur in en luister naar de Vinyl33 op Pinguin Radio.
Vinyl 33 is een wekelijkse chart voor de werkelijke vinylverkopen in Nederland. De lijst wordt samengesteld door onderzoeksbureau Gfk Nederland, tevens uitgever van de Dutch Charts. De Gfk-cijfers geven een representatief beeld van alle albums die op vinyl verkocht worden in heel Nederland.
Esther Vollebregt van Record Store Day Nederland: “In september vorig jaar zijn we begonnen om als Stichting Record Store Day meer activiteiten op te zetten dan alleen die ene speciale zaterdag in april. We bereiken voorafgaand aan en op die dag duizenden muziekliefhebbers, die graag een platenzaak bezoeken. Zonde om daar niet iets meer mee te doen.”
De afgelopen maanden liet Steven Wilson via zijn website al diverse tracks van zijn nieuwe plaat los. In mei werd het spits afgebeten door Pariah, waarop het hese stemgeluid van Ninet Tayeb te horen is. Bij de aankondiging van To The Bone gaf Wilson aan geïnspireerd te zijn door progressieve popplaten uit zijn jeugd als The Colour Of Spring van Talk Talk en So van Peter Gabriel. Het dna van die platen is zeker hoorbaar op Pariah. De tweede track die aan de wereld toevertrouwd werd, de dynamische rocker The Same Asylum As Before, zou zo op een Porcupine Tree-plaat van begin deze eeuw kunnen staan. Kort daarop volgde Song Of I: een pulserend, broeierig duet met Sophie Hunger. De kaken vielen echter pas echt van elkaar bij de lancering van het laatste voorproefje: de uitbundige popsong Permanating, een meezinger van de bovenste plank, compleet met mamma mia refrein. Met deze vier volstrekt uiteenlopende puzzelstukken in de hand, was het nauwelijks mogelijk een goede indruk te krijgen van wat To The Bone ging bieden. Pas na het beluisteren van het volle uur wordt het totaalbeeld wel scherp. De vier langste composities, die bol staan van de epische rock en geen pre release kregen, vormen de ruggengraat van de plaat. Het titelnummer, Refuge en Detonation zijn stuk voor stuk de glinsterende progressieve parels die je van Wilson verwacht. Maar juist de combinatie met de meer experimentele songs, in een uitgekiende volgorde geplaatst, tilt To The Bone op het niveau van de rest van zijn oeuvre. Of misschien daar nog net iets boven. Het diep melancholische Song Of Unborn, met een slepende gitaarsolo die rechtstreeks uit het paradijs lijkt te komen, is ook nog eens de perfecte afsluiter. To The Bone is verkrijgbaar als CD, BluRay en op limited wit vinyl. Tekst Mania | Martin Kikkert