Ty Segall – My Room

Ty Segall is net als goede wijn of whiskey. Hij wordt beter naar mate hij ouder wordt.

We volgen de Amerikaanse alt.rocker als sinds onze begindagen en nog steeds weet hij te verassen met nieuwe releases. Constant uit hetzelfde vaatje tappen doet hij ook niet. Je zou kunnen zeggen dat Ty fases heeft, punk, hardrock, postpunk, blues, folk, hij heeft het allemaal gedaan. Nu lijkt hij in zijn jazz fase te verkeren. Of progrock periode. In ieder geval speelt hij de laatste tijd heel veel gitaar en ook nog eens op een virtuoze wijze. Dat was zo op ex IJsbreker, The Void en is misschien nog wel meer op nieuwe single My Room dat tot aan de rand toe gevuld is met ijzersterke solo’s. My Room komt op Ty’s 15e soloalbum, Three Bells dat eind januari uit moet gaan komen.

Ty Segall – Void   

De aanjager van de Californische garagerock-scene, Ty Segall verrast vriend en misschien ook wel zichzelf met een nieuwe single die net zo jazzy is als fuzzy. Horen we hier een nieuwe genre, fuzzion?

Ty slaat dus nieuwe wegen in op wat zijn 13e album moet gaan worden. Void valt uiteen in 3 delen. Het eerste deel is onversneden jazzrock. De muzikanten moeten goed opletten om de tel niet te verliezen. In het middenstuk heeft vooral de drummer het druk. Het slot breekt met het voorafgaande in die zin dat we hier de oude Ty herkennen. In het laatste deel  wordt Void poppy, proggy, fuzzy en komen de gitaren uit de kist. O ja, Ty’s nieuwe single klokt bijna zeven minuten! Ty is nog niet zo van rock los dat North Sea Jazz hem gaat uitnodigen, maar wat niet is kan nog komen.

Ty Segall – Void   

De aanjager van de Californische garagerock-scene, Ty Segall verrast vriend en misschien ook wel zichzelf met een nieuwe single die net zo jazzy is als fuzzy. Horen we hier een nieuwe genre, fuzzion?

Ty slaat dus nieuwe wegen in op wat zijn 13e album moet gaan worden. Void valt uiteen in 3 delen. Het eerste deel is onversneden jazzrock. De muzikanten moeten goed opletten om de tel niet te verliezen.
In het middenstuk heeft vooral de drummer het druk. Het slot breekt met het voorafgaande in die zin dat we hier de oude Ty herkennen. In het laatste deel  wordt Void poppy, proggy, fuzzy en komen de gitaren uit de kist. O ja, Ty’s nieuwe single klokt bijna zeven minuten! Ty is nog niet zo van rock los dat North Sea Jazz hem gaat uitnodigen, maar wat niet is kan nog komen.

Ty Segall – Feel Good

Zo’n weken geleden bracht Ty Segall onverwachts zijn nieuwe album ‘Harmonizer’ uit op Drag City. Zijn eerste nieuwe studioalbum sinds ‘First Taste’ uit 2019.  Het album verschijnt op 29 oktober fysiek en onlangs kwam de video voor ‘Feel Good’ uit met een hoofdrol voor Denée Segall, Ty’s vrouw. Ook is ze te horen op de single.

Ty Segall – Harmonizer

Harmonizer is het titelnummer van het naar schatting 22ste album van Ty Segall. Het is de eerste solo release van het Californische gitaarwonder in twee jaar. Waarom de man die makkelijk drie albums per jaar produceerde zo lang over zijn nieuwe heeft gedaan, hoor je meteen als je de plaat aanklikt.

De productie is voor Ty’s doen opvallend verzorgd, en hij heeft zijn wapenarsenaal uitgebreid met drummachines, synths en een batterij nieuwe pedalen zodat hij zijn gitaar nog harder, hoger en gemener kan laten scheuren. De titelsong denkt de lading.

Op Harmonizer komen de gitaren uit alle hoeken op je af, sterk vervormd of juist kraakhelder, de beat klinkt als een serie zweepslagen terwijl Ty’s stem met hulp van een plugin is vermenigvuldigd. Er is weinig harmonieus aan Harmonized, maar zo horen we de oude garage-rocker ook het liefst verbeten en bezeten.

Wand – Rio Grande

Cory Hanson is een van de pilaren van de punk/garage scene van L.A. Of beter was. De maat van Ty Segall speelde o.a. met Together PANGEA, Meatbodies en in de band van Mikal Cronin, maar sinds hij in 2013 Wand  begon verloor hij langzaam maar zeker zijn wilde haren.

Was het debuut van Wand nog puur punk, de nieuwe helemaal niet. Laughing Matter, plaat vijf van het vijftal uit L.A. klinkt als de plaat die Radiohead had kunnen maken als ze na Kid A rechtdoor waren gegaan i.p.v. links af te slaan.   

Rio Grande, de nieuwe single van Laughing Matter, en de opvolger van de Graadmeter-hit Scarecrow is rustig en gracieus met een balans tussen zang en gitaar die doorslaat in het voordeel van de laatste. Het is lang geleden dat gitaren zo veel speelruimte kregen en die ruimte zo goed benutten. In één woord prachtig. Als Wand, dat binnenkort in het land is, live ook zo goed voor de dag komt, gaan we nog veel plezier beleven van de voormalige punks.

LIVEDATUM: 1 juni Vera, Groningen. 8 juni Ekko, Utrecht.

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio – editie december 2018

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de beste albums van het moment samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant. Deze editie hebben we overigens de beste albums van het afgelopen jaar voor je geselecteerd.

de Volkskrant

De kroniek van de nieuwe muziek

Lees hieronder alle cd-reviews van de albums van het moment volgens de redactie van de Volkskrant.

RosalíaRosalia –  El Mal Querer (Sony Music)
Het begon met een zomerhit, zoals het wel vaker gaat in de popmuziek. In Spanje knalde de afgelopen vakantiemaanden overal dat ene nummer door de luidsprekers van supermarkten, cafés en discotheken. En iedereen had er een mening over.

Tekst Robert van Gijssel 15 november 2018

Pienso en tu Mirá van zangeres Rosalía was ook niet zomaar een opgewekt Spaans liedje voor aan het strand. De tekst was raadselachtig en poëtisch, en beschreef bovendien de minder smakelijke kanten van het liefdesleven – dat is al gewaagd voor Spaanse popbegrippen. Maar de muziek was zo mogelijk nog gewaagder. Rosalía zong het nummer met een smartelijke en trillende flamencostem, en dan ook nog in een van de ritmische oervormen van de flamenco: een zogeheten buleria por soléa. lees meer

Aya NakamuraAya Nakamura – Nakamura (Warner Music)
Aya Nakamura schreef in augustus Nederlandse popgeschiedenis. De Malinees-Franse zangeres scoorde met haar single Djadja een joekel van een hit, en werd de eerste Franse zangeres met een Nederlandse nummer één-notering sinds Édith Piaf in 1961. Ja, dan heb je wat gepresteerd.

Tekst Robert van Gijssel 8 november 2018

Nakamura’s plaat, die doeltreffend Nakamura is getiteld, is minstens zo leuk als die vooruitgesnelde girlpower-single. De vrouwelijke daadkracht die het in Djadja zo goed deed, loopt soepeltjes door de hele plaat heen. In de single Copinesbijvoorbeeld rekent zij af met de kerel die zijn handjes niet thuis kon houden en zich flirtend door Nakamura’s vriendinnenclub bewoog. Dat had hij dus beter niet kunnen doen.

Nakamura heeft een prachtige muzikale mix gevonden om haar boodschappen mee aan de man/vrouw te brengen. Ze zingt met een buigzame en soms fijn omfloerste r&b-stem, die vaak flink heen en weer stuitert door de autotune-vervormers. En de elektronische beats achter haar liedjes hebben steevast een reggaeton-huppeltje of raken aan de wat grimmiger hiphop, zoals de toptrack Pookie. Daarbij zit de pop van Nakamura vol met Afrikaanse accenten, van tingelende Congolese gitaren in La Doten Pompom tot de Malinese kora in Gangster. En zo heeft Nakamuratoch een onmiskenbaar Afrikaans popgevoel. Het klinkt uiterst vanzelfsprekend, en zeker niet alsof iemand erg zijn best heeft gedaan al die stijlen bij elkaar te krijgen.

De Afrikaanse pop doet het de afgelopen jaren ongekend goed, dankzij grote nieuwe sterren als de Nigerianen Wizkid, Mr Eazi en Yemi Alade, én de steun van hiphopgrootheden als Drake en Kanye West en in Nederland bijvoorbeeld Ronnie Flex. Met nieuwe toppers als Aya Nakamura heeft de afropop geen helpende handjes meer nodig.

Vince StaplesVince Staples – FM! (Def Jam/Universal)
2018 zal bepaald niet de geschiedenis ingaan als een goed hiphopjaar. Hiphop mag dan nog altijd gelden als de populairste muziekstroming, onvergetelijke hiphop-albums zijn er nauwelijks verschenen.

Tekst Gijsbert Kamer 8 november 2018

Gelukkig komt de Californische rapper Vince Staples alsnog met een ijzersterk nieuw album. Hoewel, album? Met een speelduur van slechts 22 minuten verdient het vrijdag verschenen FUN! nauwelijks die naam. We herinneren ons de platen die Kanye West eerder dit jaar met tussenpozen van een week uitbracht. Die duurden ook precies 22 minuten, wellicht beviel dit kortebaanwerk de 25-jarige rapper.

Staples’ derde album laat zich beluisteren als een korte radioshow, inclusief reclamespotjes voor door hem bewonderde collega’s Earl Sweatshirt en Tyga.

Het is wel een beetje pesterig om een nieuw nummer van Earl Sweatshirt na 20 seconden af te breken, want het fragment maakt best nieuwsgierig. Verder draait het natuurlijk om de acht korte nummers waarop Staples zelf te horen is, en die zijn allemaal sterk. FUN! is zijn ode aan de West-Coast in het algemeen en Los Angeles in het bijzonder. Hij verwijst naar de klassieke G-funk die sinds de jaren negentig de Californische gangsta-rap domineert. En hoewel Staples’ ritmisch sterke raps en verzorgde beats een zonnig, zwoel gevoel oproepen, verwijzen zijn teksten naar zwartere kanten. Dat doet hij wel ludiek. ‘My black is beautiful’, rapt hij, ‘But I’ll still shoot at you.’ U bent gewaarschuwd. ‘We’re gonna party ‘til the sun or the guns come out.’

Marianne FaithfullMarianne Faithfull – Negative Capability (BMG / Warner/ADA)
Ouder worden, vergankelijkheid, de dood en hoe met dit alles om te gaan. Dat zijn grofweg de thema’s die de Engelse zangeres Marianne Faithfull (71) voorbij laat komen op haar 21ste solo-album Negative Capability. Aanvankelijk wilde Faithfull, die al jaren in Parijs woont, met producer Rob Ellis een plaat maken waarop ze teruggreep naar de oude folkliedjes die ze met haar ouders zong. Maar het overlijden van enkele van haar vrienden, onder wie jarenzestigicoon Anita Pallenberg, zette Faithfull aan tot nadenken over waar ze stond in het leven.

Tekst Gijsbert Kamer 1 november 2018

Samen met onder anderen Nick Cave en Warren Ellis uit Caves begeleidingsband The Bad Seeds nam ze alle tijd voor Negative Capability. Het is een van haar mooiste albums geworden sinds haar comeback Broken English uit 1979.

Van die plaat nam ze Witches Song opnieuw op, terwijl ook een van haar vroegste singles, As Tears Go By (1964), een nieuwe behandeling krijgt.

Prachtig hoe als een rode draad steeds de bezwerende viool van Warren Ellis terugkomt. Het geeft de toch al melancholieke stemming op de plaat nog een extra nadruk. In het mooiste liedje, The Gypsy Faerie Queen, horen we Ellis samen met Nick Cave, die het liedje met Faithfull schreef. Het had zo op een van Caves eigen recente albums kunnen staan, zo goed is het.

Een ander hoogtepunt is het huiveringwekkende They Come at Night, een schrijnend bluesnummer van Mark Lanegan over de terreuraanslag in Parijs drie jaar geleden. Daar word je even stil van. Zo is dit hele album, waarop de krakende maar indringende stem van Faithfull de hoofdrol opeist, zowel louterend als troostrijk.

The AvondenThe Avonden – Wat Een Cirkel Is (Subroutine)
De prijs voor mooiste promotiemededeling bij verschijning van een nieuw album gaat dit jaar naar Marc van der Holst van The Avonden (ooit ‘Reve-coverband’, maar nu al jaren niet meer): ‘Wat een cirkel is is nu te koop. Zelf vindt Marc de vorige beter.’

Tekst Menno Pot 15 november 2018

Die vorige was Nachtschade (2016) en die was wat de krant betreft ongeveer net zo goed als Wat een cirkel is. Van der Holst heeft opnieuw de mooiste Nederlandstalige plaat van het jaar gemaakt: persoonlijke verhaaltjes op eenvoudige gitaarakkoorden, als de ingehouden kant van The Velvet Underground of Sebadoh.

Als tekstschrijver bezit Van der Holst dezelfde gave als bijvoorbeeld Phil Elverum (Mount Eerie): hij schrijft zinnen in gewone spreektaal die prozaïsch en volstrekt onsentimenteel zijn, maar juist daardoor poëtisch. En ontroerend.

Met Van der Holst gaat het soms goed en soms wat minder. Hij zat weleens in de ggz-crisisopvang en verhaalt daar droogjes over, met groots effect, zoals ook Spinvis dat kan.

‘Het is beter geen oogcontact te maken/ Er is koffie, er is thee en er is water’, zingt hij in De tweede deur gaat pas open (als de eerste deur is gesloten). Die songtitel alleen al. Soms vertel je al zo veel door alleen maar droogjes een bordje aan de muur voor te lezen.

The YearlingsThe Yearlings – Skywriting (Lonely Sounds/Sonic Rendezvous)
Terug van zeer lang weggeweest: The Yearlings, die fijne Nederlandse representant van alt.country, americana, rootsrock of hoe je het ook noemen wilt. Hun vorige album gaven ze de naam van hun thuisstad (Utrecht, 2005). Daarna viel het stil.

Tekst Menno Pot 15 november 2018

Nu zijn ze er weer, na toch alweer drie, vier jaar schrijven en schaven onder de radar. De liefde voor het oude bandje laait hoog op op Skywriting, een album waarop je álles terughoort dat deze band zo bijzonder maakte: het akoestische fundament, de weemoed van het opbeurende soort en die ambachtelijke, warme songs natuurlijk, van de prachtig samenzingende tandem Niels Goudswaard/ Olaf Koeneman.

Jordi Langelaan en Martijn Groeneveld legden het allemaal prachtig transparant vast, in al zijn weidse lichtheid. We horen echo’s van The Jayhawks, Wilco, Ryan Adams en ook R.E.M. ten tijde van Out Of Time, compleet met mandoline en jangle-gitaar à la Peter Buck.

Wat een respectabele wedergeboorte. De komende tijd op de podia in platenzaken en clubs.

BoygeniusBoygenius – Boygenius (Matador/Beggars)
De laatste jaren zijn in de VS veel jonge vrouwelijke songschrijvers met zeggingskracht opgestaan. Phoebe Bridgers, Lucy Dacus en Julien Baker tappen stilistisch bepaald niet uit dezelfde vaatjes, maar herkenden vooral op basis van hun teksten gelijkgestemden in elkaar: hun woorden over liefde, vrouwelijk zelfbewustzijn en verdriet… Klik, plots was er een band, de indie-supergroupBoygenius.

Tekst Menno Pot 15 november 2018

Hun titelloze debuut (een minialbum van zes liedjes in 21 minuten) doet hevig verlangen naar meer, want oei, wat werkt dit goed: de zachte folk van Bridgers, het grootse drama van Baker en de koele indierock van Dacus zitten elkaar niet in de weg, vechten niet om voorrang, maar bieden elkaar de ruimte. Ze maken elkaars kleuren mooier.

Wie ook de leiding neemt, de andere twee maken in elk van de zes gevallen het liedje beter met tweede stemmen, gitaaraccenten of een melodieuze wending. Salt In The Wound en Me & My Dog zijn misschien de uitschieteres, maar eigenlijk is het zes keer raak.

Heel gauw meer, graag. En optredens in Europa.

Ty SegallTy Segall – Fudge Sandwich (In The Red/Konkurrent)
Fudge Sandwich is alweer het derde album van de Californische garagerocker Ty Segall van dit jaar. Het is niet zijn beste, maar wel een erg leuke plaat, met elf covers. Liedjes uit vooral de jaren zestig en vroege jaren zeventig, waarop hij zelf alle instrumenten speelt. Vooral als furieus gitarist en meedogenloos drummer overtuigt Segall hier. De liedjes zijn bewust vooral van buiten zijn eigen comfortzone, garagerock, geplukt.

Tekst Gijsbert Kamer 1 november 2018

Hij begint lekker broeierig met Low Rider van War om na het eveneens overbekende maar knap naar zich toegetrokken I’m A Man (Spencer Davis Group) de obscuriteit op te zoeken. Het is even diep graven waar hij het verraderlijk lief gezongen Pretty Miss Titty vandaan haalde. Van progrockband Gong, bijna net zo verrassend als Slowboat van Sparks.

Segall behandelt ieder liedje met eerbied, maar is nooit trouw aan het origineel. Zo gruizig en grauw heeft Neil Youngs The Lonernooit geklonken, maar het werkt wel.

ArchitectsArchitects – Holy Hell
Twee jaar geleden overleed de oprichter, gitarist en liedschrijver Tom Searle van de Britse band Architects aan de gevolgen van kanker, op 28-jarige leeftijd. Zijn vrienden en tweelingbroer (drummer Dan Searle) proberen het drama te boven te komen op de enige manier die ze konden bedenken, en die hun bandmaat zou eren: met een emotionele en therapeutische nieuwe plaat. Holy Hell is een aangrijpend verwerkingsalbum, dat meer dan alleen de bandleden tot steun zou kunnen dienen.

Tekst Robert van Gijssel 15 november 2018

Architects blijft hangen in het idioom dat de mannen uit Brighton groot heeft gemaakt, van technische en schreeuwerige metal en hardcore vol virtuoze drumbreaks, hier en daar enkele schoon gezongen refreintjes en zelfs wat goed geplaatste strijkers. Maar het zijn toch vooral de gitaren die spreken, in furieuze en hol ronkende riffs. lees meer

DaughtersDaughters – You Don’t Get What You Want (Ipecac/ Pias)
De bandleden van Daughters zijn geworteld in de Amerikaanse grindcore-scene, en dus gelouterde herriemakers. Maar in de tweede levensfase heeft Daughters een transformatie ondergaan. De rups is een vlinder geworden, want wat een prachtige, duister poëtische plaat is You Won’t Get What You Want: een instant notering in de heavy jaarlijst.

Tekst Robert van Gijssel 8 november 2018

De metal is spoorloos, er is nauwelijks een gitaarriff te vinden. Zanger Alexis Marshall heeft zijn schreeuwstrot gesloten en draagt gedragen en gekwelde teksten voor, in bijvoorbeeld het aangrijpende Satan in the Wait. Marshall declameert als Nick Cave op From Her to Eternity. Op de achtergrond zoemen de gitaren, maar het nummer krijgt een haast orkestrale schoonheid door klavecimbelachtige pianoklanken in de finale.

Soms barst Daughters uit in pure gitaarnoise, zoals in The Flammable Man. Dan klinkt de band  als Depeche Mode of Nine Inch Nails, in het kalm dreigende en door zware elektronica gedragen topnummer Less Sex. Zo word je heen en weer geslingerd en blijf je op het puntje van je stoel luisteren. Daughters staat in april gelukkig geprogrammeerd op festival Roadburn in Tilburg. Dat belooft wat.

Luister hier naar de vorige editie!
Volkskrant Radio – november 2018

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!

 

Ty Segall – Fudge Sandwich (In The Red Records/Konkurrent)

Ty SegallIk heb even zitten tellen en zie dat dit Ty Segall’s tweeëntwintigste soloalbum is sinds zijn solodebuut in 2008. En dit is zijn vierde album al van dit jaar. En dan heb ik de limited edition cassette ‘Orange Rainbow’ voor het gemak maar even niet meegeteld. En dat geldt ook voor zijn singles en de tijd waarin hij lid was van bands als The Perverts en The Sic Alps.

Het is dan ook niet zo gek dat Ty nu gekozen heeft voor een album vol covers. Maar zelfs dan kiest Ty niet voor de makkelijke weg. Hij speelt de nummers niet klakkeloos na maar maakt er totaal onverwachte en zelfs af en toe onherkenbare versies van. Uiteraard ontbreekt er bij Ty nooit een ontzettend rauw garagefuzz geluid. Maar ook dat geldt niet voor alle covers.

Zo klinkt de opener Low Rider totaal anders dan het latinofunk geluid van het origineel van de band War. Bij Ty verzuipt het nummer in trage industriële synthesizerklanken waarover Ty griezelig gromt in de beste Marilyn Manson traditie. Van het origineel blijft dus geen spaan heel. Wat overblijft is een indrukwekkende versie waarin Gary Numan met Marilyn Manson lijkt te spelen. De versie van de Spencer Davis Group klassieker I’m A Man blijft, qua zang in elk geval, nog het dichtst bij het origineel. Qua muziek is hier sprake van een funky soort industrial rhythm & blues.

John Lennon’s Isolation was al nooit een echt gezellig nummer maar klinkt hier supertraag en dreigend. De oorspronkelijke p-funk van Funkaderlic’s Hit It And Quit It wordt compleet verpletterd door brandende fuzzgitaren waarin slechts in de verte een gonzende funkgroove te horen is. t-funk?
Voor velen is de Californische punkband The Dils totaal onbekend. Deze band uit eind jaren 70 werd destijds gezien als Amerikaans antwoord op The Clash. Hier verwacht je in hun Class War van Ty dan een ziedende punkuitvoering maar, eigenzinnig als hij is, heeft hij gekozen voor een semi-akoestische versie. Neil Young’s The Loner krijgt daarentegen wel een full speed fuzzpunk behandeling en klinkt ontzettend woest.

Gong was een Australisch/Engelse hippieband, die zoveel van de psychedelica snoepte dat zij regelmatig last had van vliegende theepotten. In de versie van Ty klinkt hun Pretty Miss Titty erg beklemmend en een zios strofe als “masturbating a potato” zegt genoeg over het psychedelica gehalte in dit nummer.
Het Duitse Amon Düül II was al even psychedelisch. Hun Archangel Thunderbird klinkt hier als een funky soort spacerock met overdonderend harde fuzzgitaarriffs. De Britse punkband Rudimentary Peni zal ook niet bij iedereen bekend zijn. Ty’s versie van hun Rotten To The Core komt als een ware fuzzstorm over je heen denderen. De oer hippies van Grateful Dead zouden nooit hebben kunnen vermoeden dat hun St. Stephen ooit als een woest spuitende fuzzpunker te horen zou zijn. Ty’s versie klinkt harder dan hard!

Als afsluiter is Slowboat van The Sparks te horen. Hun van oorsprong neurotische rock is door Ty teruggebracht tot een akoestische ballad met warme zang maar wel weer met waanzinnig slidegitaarwerk!
Elke cover op dit album is verrassend en daarom is dit coveralbum van Thy Segall meer dan geslaagd! Tekst BluesMagazine.nl | Peter Marinus

Ty Segall & White Fence – Joy (Drag City / V2 Benelux)

Ty Segall & White FenceDe discografie van Ty Segall is niet bij te houden, maar wie er induikt komt erachter dat hij in 2014 al het laatste album van Tim Presley, alias White Fence produceerde, en hem toen voor het eerst uit zijn slaapkamer naar de studio haalde.

Nu is hun eerste duo album uit, in hetzelfde jaar dat Segall al één van zijn sterkste albums, Freedom’s Goblin, afleverde. Zoals we van hem gewend zijn is dit weer hele andere koek. Presley, die onder andere korte tijd bij The Fall speelde, is een man van het experiment, en de zestien nummers die in een klein half uurtje langskomen ademen dan ook vooral improvisatie en instinct uit.

Wel met de sound die zo langzamerhand een beetje het handelsmerk van Segall is geworden, strakke akoestische gitaren aangevuld met het nodige scheurende elektrische geweld. Slechts een enkel nummer, A Nod en She Is Gold, is daadwerkelijk tot heel nummer uitgewerkt, voor de rest is dit een mooi kijkje in het schetsboek van twee grote talenten. Tekst Mania | Jurgen Vreugdehil

Ty Segall – Freedom’s Goblin

Ty SegallU kent vast de term Muzikale Duizendpoot. Die is speciaal uitgevonden voor recensenten die het werk van Ty Segall moeten beschrijven. Afkomstig uit de punk scene, laat hij op het één na het andere album horen van werkelijk elke obscure markt thuis te zijn.

Op Freedom’s Goblin lijkt hij alleen nog maar meer van zichzelf te willen laten horen. Uiteraard keiharde gitaren in Meaning, tegelijkertijd lijkt hij met Despoiler Of Cadaver te solliciteren naar een plekje op de soundtrack van Stranger Things, compleet met Casio’s en oude Rolands. Wonderbaarlijk hoogtepunt is de versie van Hot Chocolate’s Everone’s A Winner, die nog dansbaarder is dan het origineel.

You Say All the Nice Things, een prachtige soulballad, bewijst ook al dat de zwarte muziek geen geheimen voor Segall heeft. Het talent van Segall lijkt onuitputtelijk. Met elf soloalbums in net zoveel jaar, naast welke hij ook nog in diverse bands musiceert, en met de constant hoge kwaliteit kunnen we niet alleen genieten van dit prachtige album, maar ook meteen uitkijken naar een nieuw hoogtepunt. Tekst Mania | Jurgen Vreugdenhil

LIVEDATA 26/05 Trix, Antwerpen (BE) 10/06 Best Kept Secret, Hilvarenbeek