Elephant – For A Friend

‘Never change a winning team’ zal het Zuid-Hollandse Elephant hebben gedacht.

Dus zijn ze voor de derde keer met Pablo van de Poel in zee gegaan in de hoop en verwachting dat de voorman van DeWolff van hun derde album weer net zo’n succes zal maken als van de twee voorgangers. En als het kan nog net even groter, natuurlijk. De eerste tekenen zijn gunstig. For A Friend is een fraai gezongen en smaakvol gespeelde countryrocksong (polderrocksong?). Wellicht had het nummer met een andere producer glad en gemakkelijk geklonken, maar heeft nu precies het juiste rafelrandje om spannend te blijven. For A Friend doet dus uitkijken naar het nieuwe album dat voor volgend jaar op stapel staat.

Haldern Pop ook in 2024 beste festival ter wereld

Haldern Pop Festival 2024 is een editie die een mooie plek krijgt in de festivalgeschiedenisboeken. Andermaal heeft de organisatie het geflikt. Drie dagen lang de crème de la crème uit het hedendaagse indiecircuit. Opnieuw die krenten uit de alternatievemuziekpap. De pareltjes. De ontdekkingen. En dat allemaal met sublieme weersomstandigheden. Festivalgevoel 24.0.

Tekst: Pieter Visscher, foto’s: Sander Brugman

Tijdens de donderdag zien we de Rotterdamse band Elephant al vroeg in de middag in de Haldern Pop Bar. De melancholische gitaarliedjes van de heren gaan erin als koek bij het publiek. Een betere starter van de dag kunnen we ons eigenlijk nauwelijks voorstellen. Hoewel we eerder deze ochtend, vanaf 11 uur al, Anushka Chkheidze zien in de kerk van Haldern. Met z’n geweldige akoestiek. Chkheidze, de Georgische elektronicadiva, zet een geluid neer om in te lijsten, samen met Cantus Domus, het koor dat al jarenlang acte de présence geeft op het festival. De synthese tussen de zalvende zangstemmen en de elektronische beats van Chkheidze blijkt een schot in de roos te zijn. De kerk barst uit z’n voegen qua drukte. Het applaus is kletterend.

Yard Act (foto) vinden we op het hoofdpodium. De lichtvoetige postpunk van de band uit Leeds zorgt vrijwel nooit voor al te veel beroering. Zanger James Smith oogt wat vermoeid, wat verveeld ook bij vlagen. In tegenstelling tot de twee achtergronddanseressen die niet alleen vocaal de show stelen, maar hun danskunsten ook steeds meer naar de voorgrond brengen. Het redt het optreden uiteindelijk. Nee dan Debby Friday (foto).

 

 

 

 

 

 

 

De in Nigeria geboren Canadese weet de Niederheintent in vuur en vlam te zetten met haar verpletterende, sexy voorkomen. Natuurlijk is de deejay die haar bij vlagen genadeloze dance uit de boxen laat kletteren belangrijk, maar Friday trekt alle aandacht naar zich toe. Ze ontdekt de dancescene in Toronto tijdens haar studie metafysica aan de universiteit, omarmt het nachtleven, het escapisme en begint zelf met muziek maken. We horen veel werk van haar debuutplaat Good Luck voorbijkomen. Een album dat wereldwijd erg goed is ontvangen.

Hoogtepunt van de dag is het optreden van Faber (foto), op het hoofdpodium. Een muzikaal gezelschap uit Duitsland rond de Zwitser Julian Vincenzo Pollina, die over een karakteristieke stem beschikt. Goed passend bij het geluid van zijn enorme band die een groot instrumentarium uit de kast heeft gehaald. De frivole balkansound valt bijna twee uur lang erg goed in de smaak.

Vrijdag

De roem is de Rotterdamse band Tramhaus vooruitgesneld. Nog altijd geen debuutalbum, maar vorig jaar al de sterkste act op Down The Rabbit Hole. Nu in de Haldern Pop Bar, die uitpuilt. Ook buiten het café staan veel mensen. De deur staat open en het geluid is knetterhard, ook vanuit een open raam. Dat is mooi meegenomen voor de buitenstaanders. Tramhaus, ontstaan tijdens de pandemie, uit verveling, is inmiddels een van de sterkste bands die we hebben in Nederland. 20 september is het dan zover. Dan verschijnt de debuutplaat. Het is opvallend hoe het overwegend Duitse publiek (Nederland is ook weer erg goed vertegenwoordigd in het dorp) veel teksten van de inmiddels verschenen ep’s woordelijk meezingt. De Pop Bar smult van het postpunkgeweld uit Rotjeknor. Tramhaus is klaar om Europa definitief te veroveren. Dan volgt de rest van de wereld meestal ook wel. Kan haast niet missen. Na afloop verkoopt de band zelf aan de lopende band vinyl en T-shirts vanuit hun naast het café geparkeerde bus. Zanger Lukas Jansen (foto) is net zo aaibaar als op het podium. Verwaandheid komt überhaupt niet voor in het woordenboek van de Rotterdammers.

In de Niederrheintent vinden we het uit Barcelona afkomstige gezelschap Los Sara Fontan, dat de uithoeken van de klassieke muziek (viool) en elektronica verkent met veel dansbare beats en drums. Zonder zang. Het improvisatiegehalte lijkt hoog. Bij vlagen ontwrichtend om dan ineens weer meeslepend te zijn. Duidelijk voor een nichepubliek en dan ben je in Haldern zonder meer aan het juiste adres. In de tent, aangekleed met enkele sfeervolle jarenzeventiglampen, krijgt Los Sara Fontan wat het verdient: gejuich en applaus. Wie stilstaat valt door de mand. Er hangt een energie waardoor je subiet voor de bijl gaat. Juist dit soort onderscheidende acts maakt Haldern Pop steevast tot het uitdagendste festival dat we wereldwijd hebben. De crème de la crème van de indiewereld heeft zich opnieuw verzameld in het sfeervolle Duitse dorpje. Waar we de auto nog altijd naast de tent mogen zetten op de camping. Wat een comfort en rijkdom. Van Sara Fontán en Edi Pou gaan we vast meer horen in de toekomst. Ze hebben een plaat uitgebracht.
Mary In The Junkyard (complimenten voor de bandnaam blijven logisch) zien we in de spiegeltent. Het podium dat steevast iets magisch blijft houden. Jongelui uit Engeland. Twee meiden en een knul. Hij, de drummer, met de langste haren. Zangeres/gitarist Clari Freeman-Taylor (foto) heeft iets van het timbre van wijlen Dolores O’Riordan in haar stem, maar dan wat dramatischer. De drie zijn van de voorkauwgeneratie, maar ogen zonder meer autonoom. Deze creativiteit komt niet uit de computer. Mooi is de viool, die het eigenwijze indierepertoire van het trio van de broodnodige extra diepgang voorziet. We horen geen hits. Wel veel dingen die nieuwsgierig maken naar het vervolg van de carrière van de Londenaren. Ze worden in elk geval omarmd door de spiegeltent. Die toch weer verrekte heet is. Het is dan ook schitterend festivalweer in Haldern.
Chilly Gonzales profiteert ook van die weldadige omstandigheden. Het kwartet uit Parijs heeft met zanger/pianist Jason Charles Beck een opvallende verschijning in de gelederen. De Canadees is een lookalike van columnist Marcel van Roosmalen. In vrij ostentatieve badjas bespeelt hij zijn toetsen. We zien ook een bassist, een drummer en een violist/keyboardspeler. Een theatraal gezelschap, dat de humor niet schuwt. Jason Charles Beck is zelfs ronduit grappig en kan nog rappen ook. Veel jazzy elementen in de muziek. Heel speels allemaal. Vakkundig bovendien. Speedy zal tevreden zijn? “Music is back motherfuckers!”, roept Gonzo (bijnaam), terwijl de band het podium verlaat. Een zegetocht in Rees. Venez nous voir conquérir.
Big Special (foto) staat op vrijdag voor de tweede keer op Haldern na wat afzeggingen en andere programmawijzigingen her en der. Donderdag op het hoofdpodium, wat al een enorm succes is, en nu in de uitpuilende Niederrheintent. Het duo heeft veel raakvlakken met landgenoten Sleaford Mods, maar is veel energieker en in your face. De elektronica komt uit de computer, Callum Moloney drumt als een bezetene en Joe Hicklin beschikt over een óngelooflijk goede stem om de recalcitrante muziek vol engagement van het duo van een enorme dynamiek te voorzien. Het verrukkelijke debuutalbum Postindustrial Hometown Blues is in mei verschenen. Big Special is sensationeel tot op het bot. Geniaal ook het kermisgeluid tussen de nummers door. Dat wat je hoort als er weer zo’n enórme knuffelbeer is gewonnen. U kent het wel. Big Special is God in Haldern. Sensationeel! ‘Life ain’t no fucking disco!’ Er is geen speld tussen te krijgen.
Minstens zo verbluffend is Fat Dog, uit Londen. Er is geen ontkomen aan in de zwetende spiegeltent. De briljante knotsgekke mix van allerhande elektronica, postpunk, klezmer en nog veel meer invloeden (Underworld) zet de boel volledig op stelten. Zowel Big Special als Fat Dog gaan heel erg grote bands worden op onze planeet. Houd ze goed in de gaten. Van Fat Dog is een debuutalbum (Woof) onderweg.
Fontaines D.C. (foto), een van de sterkste bands van de laatste jaren, is de absolute headliner van Haldern Pop 2024. Niet voor niets prijkt de tekst Is it too real for ya op spandoeken en op de Haldern Pop-T-shirts van 2024. De Dubliners zijn sinds de start van hun carrière niet weg te denken van de festivalpodia. Na debuutplaat Dogrel staan ze voor het eerst op Haldern. Inmiddels twee platen verder hebben we te maken met de belangrijkste band uit Ierland. De postpunk van Fontaines D.C. kan net zo stevig als gevoelig zijn. Boegbeeld Grian Chatten beheerst alle facetten binnen het metier en is ook de podiumpersoonlijkheid die de band nodig heeft, omdat de rest er vijf kwartier bij staat alsof ze in Dire Straits spelen tijdens Brothers In Arms. We wachten een set lang op Too Real, omdat daar immers de festivalslogan Is it too real for ya in is verwerkt. Het tekent de rebellie van Chatten dat de song wordt genegeerd. Het mag de pret geenszins drukken, terwijl het échte venijn misschien een beetje ontbreekt. Dat was er wel toen Fontaines D.C. debuteerde in Haldern, in de spiegeltent.
Zaterdag
Sam Akpro (foto) staat in de Haldern Pop Bar op de vroege zaterdagmiddag. Interessant vijftal waarin we een indiepotpourri horen met elementen uit de punkrock. Niet echt de vinger op te leggen. Zanger die vooral met wat hardere uithalen prima overeind blijft.
Just Mustard (hoofdpodium) uit Ierland (Dundalk) zegt beïnvloed te zijn door onder meer Sonic Youth en Fontaines DC. In de praktijk hoor je daar weinig van terug. Het is een shoegazy sound waar zangeres Katie Ball an sich prima binnen gedijt. Ze klinkt geregeld als Femke Bol. Na een overwinning. En als we dan toch in die zege-roes zitten is het heerlijk om die kracht bij te zetten met de beukende, erg dansbare elektronoise van Yard in de spiegeltent. De formatie haalt de mosterd naar eigen zeggen onder andere bij Nine Inch Nails vandaan. Een voorname inspiratiebron. Het doet de spiegeltent behoorlijk bollen. Wat een geweld!

Chalk, in diezelfde spiegeltent, bestaat uit filmmakers en muzikanten Ross Cullen, Benedict Goddard en Luke Niblock. Ook zij komen uit Ierland, het land dat al zo vaak levert op Haldern. De mix van postpunk en techno raakt aan IDLES en is daardoor ongeschikt voor een barbecue bij bejaarde buren. Chalk laat er geen gras over groeien en doet ook wat denken aan Fat Dog, van een avond eerder. Chalk komt er ook wel.

Mick Flannery (foto) staat op het hoofdpodium van Haldern. Weer een Ier, inderdaad. Flannery zit afwisselend achter een elektrische piano of hij staat, met een elektrische gitaar om z’n nek. Gedragen liedjes, voor een publiek dat er wel even aan toe is. Welkome vrijblijvendheid. De vocale raakvlakken met zowel Paul Buchanan als Glen Hansard blijven ook live prima uit de verf komen. Flannery is geen jongen die uit het niets een mop gaat tappen. Maar liedjes schrijven kan ie best aardig. Geen veganfangirl/boy zo te zien, terwijl ook hij/zij goed aan zijn/haar trekken komt op het festivalterrein. De falafel is inmiddels een klassieker. “Met wat hete saus?” Zeker! Flannery is een carnivoor, een barbecuetijger. Die een biertje lust. Een bourgondiër, een levensgenieter. Wéér uit Ierland. Evenals Haldernhuisband Villagers, die eigenlijk nooit teleurstelt op het festival. Noch in de spiegeltent, noch op het hoofdpodium, zoals nu. Zoals Haldern Pop 2024 in zijn totaliteit geen moment teleurstelt. We kunnen andermaal met droge ogen concluderen: Beste Festival Ter Wereld. Be true, not better! 

Foto’s van ITGWO door Pinguin Reporter Henkjan

Ook dit jaar waren er op ITGWO weer een flink aantal Penguin Artists te spotten en dat is precies wat onze Pinguin Reporter heeft gedaan.

Onze vaste luisteraar Henkjan Olthuis, ook bekend als Koek, was samen met zijn dochter op het festival en had zijn fototoestel paraat. Geniet van de foto’s!

Cloud Cafe

Iguana Death Cult

De Toegift

Gaz Coombes

Elephant

Bumble B. Boy


Buck Meek


Beige Banquet

Elephant – Enemy

Laten we er maar eens een cliché tegenaan gooien. Elephant klinkt Onhollands goed op nieuwe single Enemy.  Onhollands klonken de Rotterdammers altijd al. En goed ook, hun debuutalbum is niet voor niets een doorslaand succes.

Elephant beoefent een stijl die gerijpt is in de zon van Californië. Om precies te zijn in de heuvels van Laurel Canyon, een wijk van L.A. die rond 1970 fungeerde als pleisterplaats voor ontluikende singer-songwriters en beginnende countryrockers, twee gildes die nauw verweven zijn.

Wat dat betreft horen we niks nieuws, maar het elan en zelfvertrouwen waarmee wordt gemusiceerd zijn wel nieuw. De band klinkt zo in zijn element op Enemy dat als platenmaatschappij Excelsior in een begeleidend schrijven had beweerd dat dit een nummer is van de band America dat speciaal voor hen is geschreven door Bee Gee Barry je het ook had geloofd.  Onhollands +goed = dus Onhollands goed.

Elephant – Hometown

Om een bekend gezegde te parafraseren; één goed nummer is een incident, twee goede songs is toeval, heb je drie topnummers dan ben je gewoon goed. Met Hometown levert Elephant hun derde toptrack op rij af.

De Rotterdammers maken countryrock. Ooit was dat de hipste muziek op de planeet en The Eagles net zo cool als nu The War On Drugs. Ja, echt. In de loop de decennia kreeg het genre echter een slechte naam, het gevolg van  plastic koortjes, spekgladde producties en bloedeloze liedjes.

Elephant weet samen met producer Pablo van DeWollf deze klippen fraai te omzeilen. De samenzang is zakelijk, de gitaren klinken aards en de solo heeft een scherpte die doet denken aan countryrock pioniers Poco in hun beste tijd. Prettig ook is dat de band niet doet alsof ze vanuit hun studio uitkijken op de prairie in plaats van de Maasvlakte.

Misschien moet Elephant eens in de V.S. gaan spelen, dan horen ze daar hoe het ook kan, of eigenlijk hoort. 

Elephant – Hometown

Om een bekend gezegde te parafraseren; één goed nummer is een incident, twee goede songs is toeval, heb je drie topnummers dan ben je gewoon goed. Met Hometown levert Elephant hun derde toptrack op rij af.

De Rotterdammers maken countryrock. Ooit was dat de hipste muziek op de planeet en The Eagles net zo cool als nu The War On Drugs. Ja, echt. In de loop de decennia kreeg het genre echter een slechte naam, het gevolg van  plastic koortjes, spekgladde producties en bloedeloze liedjes.

Elephant weet samen met producer Pablo van DeWollf deze klippen fraai te omzeilen. De samenzang is zakelijk, de gitaren klinken aards en de solo heeft een scherpte die doet denken aan countryrock pioniers Poco in hun beste tijd. Prettig ook is dat de band niet doet alsof ze vanuit hun studio uitkijken op de prairie in plaats van de Maasvlakte.

Misschien moet Elephant eens in de V.S. gaan spelen, dan horen ze daar hoe het ook kan, of eigenlijk hoort. 

Elephant – Medicine

Ze komen van de Maasvlakte, maar klinken alsof ze van de wide open spaces van – noem eens een zijstaat-  Wyoming komen. De officiële term is countryrock, maar feitelijk is het dus polderrock wat Elephant ons voorschotelt.

Medicine is de opvolger van Calling, en minstens zo mooi. Het zijn niet alleen de ingetogen lead en fraaie samenzang die de rock van Elephant richting country trekt, maar ook de gitaren. Die klinken als of ze ergens onderweg tussen Nashville en Tulsa zijn opgenomen. De man die Elephant zo puur en authentiek Yankeenees laat klinken is Pablo van DeWolff.

Elephant – Calling

Als ze hadden gezegd dat Elephant uit L.A. zou komen hadden we het gelijk geloofd. De bio beweert echter dat de band afkomstig is uit de ‘outskirts of Rotterdam’. Het is vaak wat overdreven van Nederlandse bands om in het Engels te communiceren zeker als je weet dan hun fans in Utrecht, Amsterdam en Den Haag zitten. Maar in geval van Elephant is het vooruitzien, anticiperen op de toekomst.

De country annex softrock die het viertal maakt is van een grenzeloze kwaliteit. De band bewees eerder dit jaar zijn waarde met een EP waarop we invloeden herkenden van Fleetwood Mac en Wilco. Nieuwe single Calling combineert de close harmonie van America (de band niet het land) met de scherpe gitaarsound van Poco. Anderen zullen er vroege Eagles of late Byrds in herkennen. Iedereen heeft gelijk! Deze Elephant is dus redelijk retro, maar nooit oubollig.

Calling is vooruitgestuurd als wegbereider voor de release van het debuutalbum van Elephant, The Big Thing dat net als de EP is opgenomen door en Pablo van de Poel in de analoge studio van diens band DeWolff. Een releasedatum moet nog bekend worden gemaakt door label Excelsior.